De
Camino is voor mij een symbool van spiritualiteit. Een bron voor geestelijke
groei en van fysieke en mentale volharding. De basis voor mijn pelgrimage lag
in de verbinding met de Energie van mens en natuur. Energie bewust met een
hoofdletter, om aan te geven dat het de kern is van al wat is.
Alles
is energie. Ieder mens, ieder dier, elke plant. Ieder denkbaar materiaal is
energie. Deze energie is meetbaar, maar ook voelbaar. Meetbaar voor
wetenschappers met behulp van allerhande apparatuur; te voelen voor helers,
handopleggers, natuurgenezers en anderen die hoogsensitief aangelegd zijn.
Hoe
werkt dan de Energie? Het beste voorbeeld is volgende: de energie van de mens wordt
ook wel de aura genoemd. Een aura is volledig omvattend en pulserend. Hoe meer
wij in balans zijn, hoe ruimer de aura. Hoe minder de balans, hoe kleiner de
aura. Met dit beeld in gedachten maken we een sprongetje naar het volgende plaatje.
Denk aan een grote plas water, een vijver bijvoorbeeld. De plas is rimpelloos,
volledig in balans. Als ik er een steen in gooi, worden er rimpels zichtbaar.
Rimpels in een mooie cirkel en steeds uitbreidend. Deze steen ben ik, de
cirkels mijn uitdijende energie. Zonder enige invloed kan mijn energie zich
naar alle kanten uitstrekken. Tot het begrensd wordt door de beschoeiing van de
oever. Daar verandert de rimpel van richting, komt terug, lijkt zich tegen het
centrum te keren.
Gooien
we twee stenen tegelijkertijd in het water, dan worden twee kringen zichtbaar.
Elke kring kan zich onbezorgd uitbreiden tot het de andere kring tegenkomt.
Hier botst het, maar gaat ook in elkaar over. Dit is de manier waarop twee
mensen (de twee stenen) elkaar in hun energie beïnvloeden. Dit gebeurt bij
ieder van ons, alleen zijn de meesten zich dit totaal niet bewust. Aangezien
alles energie is, kan alles dus ook invloed hebben op mijn energie.
Mijn
hele leven ben ik al geïnteresseerd in deze voelbare Energie. De laatste 15
jaar ook bewust mee aan het werk. In die jaren ontwikkelde ik via allerlei
technieken mijn energiegevoeligheid en leerde ik mij bewust te worden hoe deze
energie alles en iedereen beïnvloed. Met deze technieken en dit bewustzijn
wilde ik op weg gaan, starten vanuit mijn huis zoals het de ware pelgrim
betaamd. Via Gods wegen doorgaan tot het meest westelijke stukje vasteland van
Europa: Cabo de Finisterre.
Vol
goede moed ging ik op Koninginnedag 2012 van start. Om een week later
gedesillusioneerd terug te keren naar huis. Met wondroos aan beide voeten en
het verlies van twee stifttanden moest ik mijn tocht voortijdig afbreken.
Slechts één week had mijn droom geduurd, vielen alle goede voornemens in
duigen. De zeepbel spatte uiteen. Mijn zogenaamde goede voorbereiding bleek
niet zo heel veel waard te zijn. Die eerste week was een aaneenschakeling van
strijd. Zowel mentaal als fysiek. En het leek alsof ik niet of nauwelijks in
contact kon komen met de Energie.
Maar
niets gebeurt voor niets. Alles heeft een reden, toeval is Gods manier om
anoniem te blijven. Deze overtuiging had ik al langer, gedurende mijn Camino is
dit een diepgeworteld innerlijk Weten geworden. Met deze overtuiging ging ik veertien
dagen later een tweede keer van start. De dag na Hemelvaart vertrok ik per
trein naar Beziers aan de Franse mediterrane kust. Van daar uit wilde ik
globaal de Chemin du Piemonte Pyrenees volgen. Globaal, omdat ik Zuid Frankrijk
op mijn eigen manier wilde ervaren: de mystiek van het land van de Katharen,
Rennes le Chateau met haar kerk voor Maria Magdalena en Lourdes met haar
verering voor de maagd Maria. Plaatsen waar mystiek, religie, spiritualiteit en
energie samenkomen.
Via
Oloron Sainte Marie en Saint Jean Pied de Port wilde ik de GR-10 wandelroute
naar Irun in Spanje volgen, de geestkracht op die kruispunten ervaren en opgaan
in de energie van het woeste berglandschap. In Spanje wilde ik juist niet over
de oude weg der Kelten (de Camino Frances) gaan. Ik wilde langs de kust: de
Camino del Norte. In beginsel om de drukte van de Frances te ontwijken. Later,
op de kustweg, realiseerde ik me dat het ook juist hier om de (vrouwelijke)
energie van de oceaan handelde.
In
Beziers ervoer ik nog de hectiek van alledag. De stad voelde als intimiderend,
hoewel ik geen moment lastiggevallen werd. De overgang naar het land van de
Katharen was direct voelbaar. Ondanks de regen en de storm voelde het rond
Narbonne een stuk lichter. Een lichtheid die in de dagen erna voelbaar bleef. Voelbaar
in het contact met mensen uit de omgeving, in de gastvrijheid en de openheid.
Want hoewel ik slechts een paar woorden Frans sprak, kon ik mij overal
verstaanbaar maken. Het was de strijd tussen mijn hoofd en mijn hart die meestal
voor spanningen zorgde. Steeds als ik met mijn hoofd de beslissingen
beredeneerde en iedere stap berekende, ging het fout. Op die momenten verdwaalde
ik, liep ik kilometers om. Dat waren ook de angstige ogenblikken, dan leek het
uitzichtloos te worden. Besloot ik intuïtief te handelen, dan nam ik altijd de
juiste beslissing. Dan vond ik een uitweg, een overnachting of iemand die me
kon helpen.
Al
was spirituele verbinding en groei de belangrijkste reden voor mijn tocht, ook
mijn contact met het religieuze is vernieuwd en veranderd. Lange tijd voelde ik
veel woede richting de kerk: het machtsmisbruik door de eeuwen heen, de
prediking over slechtheid en schuld van de mensen, de overheersing. In de kerk
van Rennes le Chateau voelde ik die verbinding voor het eerst. In dit moment
van stilte en overpeinzing werd ik een diep gevoel van contact gewaar, een
gevoel van Liefde en Vergeving.
In
de straten van Lourdes ervoer ik nog veel duidelijker de afkeer en de
verwondering. Afkeer voor het commerciële, de lust naar rijkdom van de kerk en verwondering
voor de devotie, niet alleen van de zieken en zwakken maar juist ook van alle
helpers en begeleiders.
Tijdens
een angstige nacht in Saint Bertrand de Comminges ervoer ik de kracht van het
gebed. De kracht van het monotoon herhalen van woorden en zinnen is enorm. Ik
moet bekennen dat ik die kracht van het Onze
Vader en het Wees Gegroet zwaar
onderschat heb. In de weken daarna is het Wees
Gegroet als een mantra voor de moeilijke momenten geworden. Deze mantra hielp
mij terug te keren naar mijn basis, om in mijn hart aanwezig te zijn.
In
de etappe naar Oloron Sainte Marie ontmoette ik min of meer de eerste medepelgrims.
De meesten heb ik daarna slechts nog een of twee keer ontmoet, maar met de
jonge Franse Alice was ik grote delen van de verdere reis samen. Alice was in
Arles gestart, op zoek naar haar eigen spirituele verbinding met de Camino en
het leven. Ze bleek zeer geïnteresseerd in mijn opvattingen en gedachten.
Hierdoor hielp ze mij mijn gedachten te ordenen en gevoelens te omschrijven. Ik
kon haar een aantal inzichten over Energie laten ervaren. Zij kon zeer
verhelderend uiting geven aan haar gevoel en emotie. Op die manier waren wij
als een Fellowship onderweg.
Dit
intensieve en bijzondere contact, deze vriendschap voor het leven, geeft nog
meer kracht aan het ‘niets gebeurt voor niets’. Had ik mijn tocht kunnen
vervolgen zonder lichamelijke gebreken, dan had ik haar nooit tijdens deze
tocht kunnen ontmoeten. En was ik die ervaringen misgelopen. Maar ook Alice had
meerdere keren een oponthoud gehad, gepauzeerd en gerust. Was zij in haar
vliegende tempo voortgegaan, dan had ook zij veel ervaringen niet opgedaan.
Na
het contact met het vrouwelijke deel van Energie in het land der Katharen,
Rennes en Lourdes (vormgegeven in de ontmoeting met Alice), volgde de woeste
mannelijke energie van het Atlantische deel van de Pyreneeën. Dit kwam tot
uiting bij de beklimming van Larrun (La Rhun), de heilige berg van de Basken. Een
klim die eeuwig leek te duren. Met uitzicht over Spaans en Frans Baskenland en
de Atlantische Oceaan, voelde ik me onoverwinnelijk boven op die berg. Liggend
op de grond ervoer ik de energie van de berg door mij heen stromen. Ik was één
met alles om mij heen.
Toen
ik de zee eenmaal gezien had, wilde ik niets liever dan er a la minute naar toe. Ik moest naar dat water, die woeste
natuurkracht ervan ervaren. Ik wilde het beuken van de golven op mijn lijf
voelen. Het zoute water proeven. De muziek van ruisende golven in me opnemen.
Die
hele periode langs de kust was een opeenstapeling van Energie. Daar voelde ik
me één met mijn omgeving. Ik sprak geen woord Spaans, maar werd nergens
afgewezen. Nooit eerder voelde ik mij zo welkom. Het was te zien aan de
fonkeling in mijn ogen, weerspiegeld in de reacties van pelgrims en
voorbijgangers. Mijn oprechte lach liet mensen lachen, mijn openheid werd
beantwoord. De keren dat ik dichtsloeg, vooral in grote steden, realiseerde ik
mij achteraf dat ik het was en niet de stad of de mensen. Het overweldigende
van een grote stad, al die energieën, kan voor een soort kortsluiting zorgen. Dit
voelt als ziek worden, chagrijnig zijn, hoofdpijn of andere fysieke klachten.
Bewust terugkeren naar de basis lost die weerstanden op.
Hoewel
ik opzag tegen een afscheid van de oceaan, besloot ik toch via de Primitivo
naar Santiago te wandelen. Opnieuw de bergen in. Maar het lange verblijf aan de
kust had voor een diepere balans in mijn energie gezorgd. Die balans was zeker
niet voortdurend aanwezig en bij tijd en wijle was er veel weerstand. Tot ik in
Salas brak.
Bij
mijn aankomst in het dorp voelde ik al een onrust, anders dan op andere dagen.
Eenmaal op mijn kamer barstte het los. Ik begon te huilen en bleef huilen. Dit
was geen benoembaar verdriet. Ik ervoer het als loslaten van onnoemelijk veel
spanningen. Spanningen uit heden en verleden. Verbonden met alles om mij heen
stortte ik vele tranen. Het hield niet op. Ook in de plaatselijke supermarkt bleef
ik huilen en snotteren. Het maakte me niet uit, niets was nog van belang. Ik
voelde me fantastisch. Ik voelde: ik ben.
Tot
Santiago is het nu een peulenschilletje. De afstand doet me niets en de te
verwachten drukte van de Camino Frances maakt me niet onrustig. Er is
vermoeidheid, er is pijn en ongemak en het is prima. Het mag er allemaal zijn.
Ik mag er zijn en alle anderen mogen er zijn. Hoewel er na Melide geen
tientallen, maar honderden pelgrims op weg zijn, maakt het mij niet uit. Ik ben
hen allen gewaar en toch is ervaar ik geen enkele hinder. In Arzua verdwaal ik,
mis voor het eerst sinds tijden een van de vele flecha’s. Het deert me niet.
Het is zoals het is, alles komt zoals het komt. Niets gebeurt voor niets!