woensdag 9 oktober 2013

Niets gebeurt voor niets!

De Camino is voor mij een symbool van spiritualiteit. Een bron voor geestelijke groei en van fysieke en mentale volharding. De basis voor mijn pelgrimage lag in de verbinding met de Energie van mens en natuur. Energie bewust met een hoofdletter, om aan te geven dat het de kern is van al wat is.
Alles is energie. Ieder mens, ieder dier, elke plant. Ieder denkbaar materiaal is energie. Deze energie is meetbaar, maar ook voelbaar. Meetbaar voor wetenschappers met behulp van allerhande apparatuur; te voelen voor helers, handopleggers, natuurgenezers en anderen die hoogsensitief aangelegd zijn.
Hoe werkt dan de Energie? Het beste voorbeeld is volgende: de energie van de mens wordt ook wel de aura genoemd. Een aura is volledig omvattend en pulserend. Hoe meer wij in balans zijn, hoe ruimer de aura. Hoe minder de balans, hoe kleiner de aura. Met dit beeld in gedachten maken we een sprongetje naar het volgende plaatje. Denk aan een grote plas water, een vijver bijvoorbeeld. De plas is rimpelloos, volledig in balans. Als ik er een steen in gooi, worden er rimpels zichtbaar. Rimpels in een mooie cirkel en steeds uitbreidend. Deze steen ben ik, de cirkels mijn uitdijende energie. Zonder enige invloed kan mijn energie zich naar alle kanten uitstrekken. Tot het begrensd wordt door de beschoeiing van de oever. Daar verandert de rimpel van richting, komt terug, lijkt zich tegen het centrum te keren.
Gooien we twee stenen tegelijkertijd in het water, dan worden twee kringen zichtbaar. Elke kring kan zich onbezorgd uitbreiden tot het de andere kring tegenkomt. Hier botst het, maar gaat ook in elkaar over. Dit is de manier waarop twee mensen (de twee stenen) elkaar in hun energie beïnvloeden. Dit gebeurt bij ieder van ons, alleen zijn de meesten zich dit totaal niet bewust. Aangezien alles energie is, kan alles dus ook invloed hebben op mijn energie.
Mijn hele leven ben ik al geïnteresseerd in deze voelbare Energie. De laatste 15 jaar ook bewust mee aan het werk. In die jaren ontwikkelde ik via allerlei technieken mijn energiegevoeligheid en leerde ik mij bewust te worden hoe deze energie alles en iedereen beïnvloed. Met deze technieken en dit bewustzijn wilde ik op weg gaan, starten vanuit mijn huis zoals het de ware pelgrim betaamd. Via Gods wegen doorgaan tot het meest westelijke stukje vasteland van Europa: Cabo de Finisterre.

Vol goede moed ging ik op Koninginnedag 2012 van start. Om een week later gedesillusioneerd terug te keren naar huis. Met wondroos aan beide voeten en het verlies van twee stifttanden moest ik mijn tocht voortijdig afbreken. Slechts één week had mijn droom geduurd, vielen alle goede voornemens in duigen. De zeepbel spatte uiteen. Mijn zogenaamde goede voorbereiding bleek niet zo heel veel waard te zijn. Die eerste week was een aaneenschakeling van strijd. Zowel mentaal als fysiek. En het leek alsof ik niet of nauwelijks in contact kon komen met de Energie.

Maar niets gebeurt voor niets. Alles heeft een reden, toeval is Gods manier om anoniem te blijven. Deze overtuiging had ik al langer, gedurende mijn Camino is dit een diepgeworteld innerlijk Weten geworden. Met deze overtuiging ging ik veertien dagen later een tweede keer van start. De dag na Hemelvaart vertrok ik per trein naar Beziers aan de Franse mediterrane kust. Van daar uit wilde ik globaal de Chemin du Piemonte Pyrenees volgen. Globaal, omdat ik Zuid Frankrijk op mijn eigen manier wilde ervaren: de mystiek van het land van de Katharen, Rennes le Chateau met haar kerk voor Maria Magdalena en Lourdes met haar verering voor de maagd Maria. Plaatsen waar mystiek, religie, spiritualiteit en energie samenkomen.
Via Oloron Sainte Marie en Saint Jean Pied de Port wilde ik de GR-10 wandelroute naar Irun in Spanje volgen, de geestkracht op die kruispunten ervaren en opgaan in de energie van het woeste berglandschap. In Spanje wilde ik juist niet over de oude weg der Kelten (de Camino Frances) gaan. Ik wilde langs de kust: de Camino del Norte. In beginsel om de drukte van de Frances te ontwijken. Later, op de kustweg, realiseerde ik me dat het ook juist hier om de (vrouwelijke) energie van de oceaan handelde.

In Beziers ervoer ik nog de hectiek van alledag. De stad voelde als intimiderend, hoewel ik geen moment lastiggevallen werd. De overgang naar het land van de Katharen was direct voelbaar. Ondanks de regen en de storm voelde het rond Narbonne een stuk lichter. Een lichtheid die in de dagen erna voelbaar bleef. Voelbaar in het contact met mensen uit de omgeving, in de gastvrijheid en de openheid. Want hoewel ik slechts een paar woorden Frans sprak, kon ik mij overal verstaanbaar maken. Het was de strijd tussen mijn hoofd en mijn hart die meestal voor spanningen zorgde. Steeds als ik met mijn hoofd de beslissingen beredeneerde en iedere stap berekende, ging het fout. Op die momenten verdwaalde ik, liep ik kilometers om. Dat waren ook de angstige ogenblikken, dan leek het uitzichtloos te worden. Besloot ik intuïtief te handelen, dan nam ik altijd de juiste beslissing. Dan vond ik een uitweg, een overnachting of iemand die me kon helpen.

Al was spirituele verbinding en groei de belangrijkste reden voor mijn tocht, ook mijn contact met het religieuze is vernieuwd en veranderd. Lange tijd voelde ik veel woede richting de kerk: het machtsmisbruik door de eeuwen heen, de prediking over slechtheid en schuld van de mensen, de overheersing. In de kerk van Rennes le Chateau voelde ik die verbinding voor het eerst. In dit moment van stilte en overpeinzing werd ik een diep gevoel van contact gewaar, een gevoel van Liefde en Vergeving.
In de straten van Lourdes ervoer ik nog veel duidelijker de afkeer en de verwondering. Afkeer voor het commerciële, de lust naar rijkdom van de kerk en verwondering voor de devotie, niet alleen van de zieken en zwakken maar juist ook van alle helpers en begeleiders.
Tijdens een angstige nacht in Saint Bertrand de Comminges ervoer ik de kracht van het gebed. De kracht van het monotoon herhalen van woorden en zinnen is enorm. Ik moet bekennen dat ik die kracht van het Onze Vader en het Wees Gegroet zwaar onderschat heb. In de weken daarna is het Wees Gegroet als een mantra voor de moeilijke momenten geworden. Deze mantra hielp mij terug te keren naar mijn basis, om in mijn hart aanwezig te zijn.
In de etappe naar Oloron Sainte Marie ontmoette ik min of meer de eerste medepelgrims. De meesten heb ik daarna slechts nog een of twee keer ontmoet, maar met de jonge Franse Alice was ik grote delen van de verdere reis samen. Alice was in Arles gestart, op zoek naar haar eigen spirituele verbinding met de Camino en het leven. Ze bleek zeer geïnteresseerd in mijn opvattingen en gedachten. Hierdoor hielp ze mij mijn gedachten te ordenen en gevoelens te omschrijven. Ik kon haar een aantal inzichten over Energie laten ervaren. Zij kon zeer verhelderend uiting geven aan haar gevoel en emotie. Op die manier waren wij als een Fellowship onderweg.
Dit intensieve en bijzondere contact, deze vriendschap voor het leven, geeft nog meer kracht aan het ‘niets gebeurt voor niets’. Had ik mijn tocht kunnen vervolgen zonder lichamelijke gebreken, dan had ik haar nooit tijdens deze tocht kunnen ontmoeten. En was ik die ervaringen misgelopen. Maar ook Alice had meerdere keren een oponthoud gehad, gepauzeerd en gerust. Was zij in haar vliegende tempo voortgegaan, dan had ook zij veel ervaringen niet opgedaan.

Na het contact met het vrouwelijke deel van Energie in het land der Katharen, Rennes en Lourdes (vormgegeven in de ontmoeting met Alice), volgde de woeste mannelijke energie van het Atlantische deel van de Pyreneeën. Dit kwam tot uiting bij de beklimming van Larrun (La Rhun), de heilige berg van de Basken. Een klim die eeuwig leek te duren. Met uitzicht over Spaans en Frans Baskenland en de Atlantische Oceaan, voelde ik me onoverwinnelijk boven op die berg. Liggend op de grond ervoer ik de energie van de berg door mij heen stromen. Ik was één met alles om mij heen.
Toen ik de zee eenmaal gezien had, wilde ik niets liever dan er a la minute naar toe. Ik moest naar dat water, die woeste natuurkracht ervan ervaren. Ik wilde het beuken van de golven op mijn lijf voelen. Het zoute water proeven. De muziek van ruisende golven in me opnemen.
Die hele periode langs de kust was een opeenstapeling van Energie. Daar voelde ik me één met mijn omgeving. Ik sprak geen woord Spaans, maar werd nergens afgewezen. Nooit eerder voelde ik mij zo welkom. Het was te zien aan de fonkeling in mijn ogen, weerspiegeld in de reacties van pelgrims en voorbijgangers. Mijn oprechte lach liet mensen lachen, mijn openheid werd beantwoord. De keren dat ik dichtsloeg, vooral in grote steden, realiseerde ik mij achteraf dat ik het was en niet de stad of de mensen. Het overweldigende van een grote stad, al die energieën, kan voor een soort kortsluiting zorgen. Dit voelt als ziek worden, chagrijnig zijn, hoofdpijn of andere fysieke klachten. Bewust terugkeren naar de basis lost die weerstanden op.
Hoewel ik opzag tegen een afscheid van de oceaan, besloot ik toch via de Primitivo naar Santiago te wandelen. Opnieuw de bergen in. Maar het lange verblijf aan de kust had voor een diepere balans in mijn energie gezorgd. Die balans was zeker niet voortdurend aanwezig en bij tijd en wijle was er veel weerstand. Tot ik in Salas brak.
Bij mijn aankomst in het dorp voelde ik al een onrust, anders dan op andere dagen. Eenmaal op mijn kamer barstte het los. Ik begon te huilen en bleef huilen. Dit was geen benoembaar verdriet. Ik ervoer het als loslaten van onnoemelijk veel spanningen. Spanningen uit heden en verleden. Verbonden met alles om mij heen stortte ik vele tranen. Het hield niet op. Ook in de plaatselijke supermarkt bleef ik huilen en snotteren. Het maakte me niet uit, niets was nog van belang. Ik voelde me fantastisch. Ik voelde: ik ben.
Tot Santiago is het nu een peulenschilletje. De afstand doet me niets en de te verwachten drukte van de Camino Frances maakt me niet onrustig. Er is vermoeidheid, er is pijn en ongemak en het is prima. Het mag er allemaal zijn. Ik mag er zijn en alle anderen mogen er zijn. Hoewel er na Melide geen tientallen, maar honderden pelgrims op weg zijn, maakt het mij niet uit. Ik ben hen allen gewaar en toch is ervaar ik geen enkele hinder. In Arzua verdwaal ik, mis voor het eerst sinds tijden een van de vele flecha’s. Het deert me niet. Het is zoals het is, alles komt zoals het komt. Niets gebeurt voor niets!