maandag 30 juli 2012

Thuis!

De laatste wegwijzer gevonden: Ik ben THUIS!

Home Sweet Home

Zaterdag 28 juli 2012,

Na een korte onrustige nachtrust word ik wakker geschud door het lawaai van mijn mobiele wekker. Met enige moeite kom ik toch maar in beweging. Ik kan het mij niet veroorloven om de bus, laat staan het vliegtuig te missen. Opstaan, douchen, aankleden en nog wat restjes eten en drinken. En dan blijkt dat ik ruim op tijd ben voor de bus. Ik zet mijn spullen buiten de kamer, kijk nog eens rond of ik echt niets vergeet en trek de deur achter mij dicht. Als ik de rugzak om heb en mijn staf pak, voelt mijn hoofd 'kaal' aan. Zou ik op het allerlaatste moment toch bijna mijn zo dierbare hoed vergeten. Snel terug en hoed mee. Zo, nu is de pelgrim echt gereed om terug te keren naar huis.
De eerste bus vanaf Porte Real naar het vliegveld vertrekt om half acht. Ik had de wekker wel zo vroeg ingesteld dat ik ruimschoots op tijd zou kunnen zijn. En dus sta ik al om vijf over zeven op die zelfde bus te wachten. Ja, als het echt moet kan ik dus toch heel goed op tijd zijn.
De bus is op tijd en slechts een klein half uur later ben ik al op Coruna's vliegveld. Nog vijftig minuten tot het vliegtuig vertrekt. Hier geen verplichting om twee tot drie uur van te voren al aanwezig te zijn. In de vertrekhal plak en knoop ik mijn trouwe wandelstaf vast aan mijn rugzak, in de hoop dat het zo als een pakket ook in Amsterdam aan zal komen. Mijn rugzak+ wordt ingenomen als bijzondere bagage. Dan vertrouw ik er maar op dat het ook bijzondere aandacht bij het inladen en uitladen krijgt.
Voor het boarden neem ik nog snel een kop koffie en een croissant om iets meer het idee van een ontbijt te hebben. Dan wordt het tijd om in te stappen. Ik neem de tijd, want iedereen begint tegelijkertijd naar de douane te lopen. Bij de douane is het de normale chaos. De bakken met persoonlijke spullen die door de controle moeten. Mensen die door de detectie gaan en weer terug, omdat het alarm afgaat. Maar de douaniers zijn geduldig en vriendelijk.
Instappen en slechts een half uur later vertrekt het vliegtuig al van de gate. Even later maakt het vliegtuig steeds meer snelheid en even voor negenen verlaat ik Spaans grondgebied. Om slechts twee uur later in Nederland op Schiphol te landen. The pilgrim has landed!
Het is een heel eind wandelen van de gate naar het bagagedepot. Onderweg er naar toe is de drukte op de luchthaven een behoorlijke schok. Zo veel mensen op zo'n klein oppervlak, na al die rust en ruimte is heftig. Ik ben blij dat ik niet meteen vanuit de stilte van Galicia naar deze waanzin ben vertrokken, maar eerst een paar dagen in de drukte van Santiago ben gebleven. Nu is de overgang in ieder geval niet té extreem.
Wachten duurt altijd lang. Dus ook het wachten bij de bagagetransportband duurt een eeuwigheid. Voor Ria en de meiden moet het wachten bijna nog langer duren. Zij staan in de aankomsthal te wachten. Het is best spannend: zal de wandelstaf het overleefd hebben? Eindelijk komt het antwoord via de band van de speciale bagage aangerold. Rugzak en staf zijn nog steeds samen.
Ik verwijder de tape en hang de rugzak om. Snel naar de douane nu. Door naar de aankomsthal. Daar zijn de meiden. Eindelijk kan ik Ria, Tessa en Vera weer omarmen. (Lisanne is in Oostenrijk, maar die zal ik hopelijk zo snel ze terug is ook kunnen omhelzen). Het welkom doet goed, is hartverwarmend. De blik in hun ogen zegt veel over de uiterlijke verandering van de pelgrim. De baard is blijkbaar langer dan verwacht, en ook de omvang meer geslonken dan gedacht. Maar we genieten samen van de terugkeer.
We nemen de tijd om nog wat te drinken op Schiphol. Daarna willen de meiden nog wat kledingzaken afhandelen in Hoofddorp. De pelgrim vindt het allemaal prima. Het is gewoon deel van de Camino: deel van de reis. Ook in Hoofddorp nemen we alle tijd. Ook wordt terrastijd ingebouwd. De regelmaat van de weg mag hier gerust doorgevoerd worden. Zeker vandaag.
En dan uiteindelijk de rit met de auto naar huis. Ria mag rijden en ik hang lekker in de passagiersstoel naast haar. Bemoei me niet, nou ja nauwelijks, met het verkeer. Slaap nog een tijdje en dan komen we langzaam maar zeker in steeds bekender gebied. Uiteindelijk passeren we de grens naar Duitsland en slechts enkele minuten later rijden we bij ons de oprit op.
Ik ben thuis.

zondag 29 juli 2012

Finally on the Move

Vrijdag 27 juli 2012

Het moet nu dan toch echt gebeuren. Ik kan hier blijven tot St. Juttemis, maar daar schiet ik ook niets mee op. Een groot deel van mij wil naar huis, naar de plek waar ik thuis ben. En toch is er ook een stem die zegt dat zij door wil gaan met wandelen. Dat ik, waar ik ook ben, thuis ben. Later op de dag als ik aan het wandelen ben, voel ik dat nog duidelijker. Ik besef echter ook dat: Leven een voortdurende Camino, Chemin, Weg of Tao is. Waar ik ook mag zijn.
Maar toch: homeward bound. De eerste stap is verkassen naar Coruña. Van daar vlieg ik morgen naar Amsterdam. Daar staan de meiden me op te wachten. De wandeling naar het station wordt al routine. Ik ken er de weg. Bestel een kaartje en wacht op de trein.
De treinreis duurt amper een half uur. In Coruña is het zaak te bedenken wat eerst en wat laatst te doen. Ik kies voor het Officina Informatione de Touristica. Bij het busstation kom ik er namelijk achter dat ik daar niet instappen kan. Een lijnnummer kan ik niet achterhalen. En de dame die mij uitleg geeft, doet dat in het Spaans (!). Ik begrijp wel dat er buiten ergens een halte moet zijn. Duh!
Het toeristenbureau bevindt zich in Port Real, de haven van Coruña. Met de info die ik van hun krijg is het makkelijker reizen. De bushalte is dichtbij en veel hotels en pensions bevinden zich in dit gebied. Dat maakt het zoeken later op de dag een stuk eenvoudiger.
Toch maar eerst naar het vliegveld. De afstand is slechts 8 km en een kaartje kost slechts 1,40. Brlangrijker is dat ik wil weten hoe het er daar aan toegaat. Dat weet ik snel genoeg. In Spanje is het als overal: niemand geeft echt antwoord of neemt verantwoording. 'Vraag maar aan die, nee daar moet je zijn'. Maar ik ben er nu wel bekend, weet hoe de situatie er is.
Terug in het havengebied ga ik eerst op zoek naar een kamer. Als die geregeld is wil ik uitzoeken waar een Albergue of ander soort opvang is waar ik een deel van mijn spullen achter kan laten. En ik heb een Cybercafé gevonden. Daar wil ik mijn blog bijwerken. Al rondlopend ontdek ik een liefdadigheidswinkel. Daar wil ik mijn spullen later naar toe brengen. Eerst de blog.
Later op de avond loop ik voor niets naar de winkel: gesloten. Blijkbaar mogen de spullen niet weg, want eerder op de dag wilde ook een dakloze niets aannemen.
Na contact met thuis wandel ik nog eens door de oude stad. Het is druk, het is gezellig. Net als in iedere stad of dorp flaneren de inwoners op hun dooie gemak door de straten. De terrasjes vol, mensen hebben plezier. Hier is de crisis niet zichtbaar. Ik vind een gezellige kroeg waar de barkeeper mij bij ieder biertje voorziet van een lekkere snack. Een daar van is iets van vis. Het is een schelpdier en lijkt op mossel. Slik! Nu word ik op de laatste avond nog eend getest. Mag ik deze gastvrije aanbieding weigeren? Nee, vind ik zelf. Het hapje smaakt verrassend genoeg naar zure haring! En is echt lekker. Later bestel ik nog een toast met zalm. Die is echt waanzinnig lekker en de portie is groot genoeg voor twee. Dan wordt het tijd om terug te keren naar het pension. De rugzak reorganiseren.
Straks naar huis.

vrijdag 27 juli 2012

Time to relax

Donderdag 26 juli 2012

Voor het eerst sinds een tijdje slaap ik weer onrustig. Ik ben veel wakker en droom veel. Tijdens een van die momenten, het loopt al tegen de ochtend, besluit ik een dag langer in Santiago te blijven. De planning die ik trachtte na te jagen los te laten. Mij te bezinnen over de te volgen strategie om naar huis te komen. Gisteravond was het niet gelukt om een nieuwe route uit te stippelen of een andere manier van reizen te regelen. Dat ga ik vandaag in alle rust eens bekijken.
Door de onrust lig ik langer op bed. Langer dan ik eigenlijk van plan was. Als ik al met de trein naar Bilbao had willen reizen, had ik om negen uur op het station moeten zijn. Slechts kort voor negenen word ik pas wakker. Het is dus niet de bedoeling om via deze weg te reizen. In ieder geval niet vandaag. Het betekent ook dat ik deze reis niet terug zal keren in Guetaria. Iets wat ik stilletjes steeds had gedacht.
Als ik na het douchen op het balkon sta, zie ik Elvira beneden op straat lopen. Zonder mij te bedenken roep ik haar en nodig haar uit een kop koffie te drinken. Zij stemt toe en even later zitten we in het restaurant op de begaande grond van het pension aan tafel.
Het gesprek gaat verder waar we het gisteravond hebben afgebroken. En allerlei ander onderwerpen komen ter sprake. We hebben het over de Camino, over kinderen en gezin, over partners en persoonlijke ontwikkeling. En wat de Camino daar in bij kan dragen. Uiteindelijk wandel ik nog met haar mee naar haar pension om daar afscheid te nemen. Het blijft een bijzondere ontmoeting. En in die twee gesprekken heb ik het idee gekregen haar al jaren te kennen. Ik wandel een beetje rond om deze gebeurtenissen te laten bezinken. Wat gebeuren er vreemde dingen op de Camino.
Na deze enerverende ochtend verloopt de rest van de dag eigenlijk maar lukraak. Ik ga nogmaals naar het station, om juiste vertrektijden te hebben. Naar Bilbao, of liever gezegd Hendaye, mocht ik toch per trein in een keer door willen reizen naar Nederland. Ook de tijden naar Coruña zijn van belang: om eventueel daar een vliegtuig naar Nederland te nemen. 
Ik ga nog maar eens bij de supermarkt langs. Een mens moet toch wat eten en drinken. Daarna weer naar het pension. Tijd om wat te rusten en te schrijven. En via de mobiele wifi-verbinding nog meer zaken uit te zoeken. Als het allemaal steeds onoverzichtelijker wordt, ga ik naar het Cybercafé. Daar kan ik via een normaal scherm werken.
Het wordt steeds duidelijker dat ik het gemakkelijkst met een vliegtuig vanuit Coruña kan reizen. Het is het snelst en het is het goedkoopst. Ik maak mij alleen zorgen over te verwachten gezeur over mijn wandelstok. En ja die trein laat me maar niet los. 
Nog maar een tijdje terug naar het pension. Daar alles nog eens overwegen. Wat eten, wat drinken. Een tijdje wegdommelen. Er is olympisch voetbal op tv, dus ook daar maar een tijdje naar gekeken. Dan besluit ik de oude stad te gaan bekijken. Delen ervan die ik nog niet gezien heb. Bij alle entrees in de stad loop ik de zelfde paden. Nu wil ik ook andere straten en steegjes zien. Het blijkt een mooie stad.
Dan móet ik zaken afronden, besluiten wat ik wil en hoe ik dat ga doen. Het wordt echt tijd om deze Camino af te ronden. Om naar huis terug te keren. Of is er diep in mij nog een worsteling gaande? Wil ik stiekem toch nog wel langer onderweg zijn? Vast wel, maar toch staat mijn besluit vast. Ik ga naar huis.
Morgen per directe vlucht van Coruña naar Amsterdam.

Magical Mystery Tour

Woensdag 25 juli 2012

De tijd is gekomen om naar huis te gaan. Dus pak ik mijn boeltje bij elkaar en ga weer op stap. De feestdag van de apostel is een mooie dag om Santiago te verlaten. Ik wil nog een foto van de startwegwijzer van de Camino de Fisterra maken. Maar daarna is het op naar het station en richting Franse grens.
De man van het info-centrum op het station schijnt mij niet goed te begrijpen. Ik wil de trein naar Bilbao of die richting en dan zo ver mogelijk kunnen komen. Volgens hem gaan er geen treinen. Niet naar Bilbao, en zoals hij het zegt: nergens naar toe. Toch is het stervensdruk en komen en gaan er treinen. Dus zelf beslissen. Het levert een interessante reis op.
Vooropgesteld: trein reizen is niet het zelfde als op de Camino lopen. Voor treinen moet je toch echt plannen. Ik kies gewoon voor Coruña. Lijkt me logisch. Waarom? Geen idee!
In Coruña kan ik slechts twee kanten op: terug of door naa Ferrol aan de andere kant van de baai. Terug is geen optie, dus door naar Ferrol. Dit blijkt een best grote stad te zijn, ontdek ik als de trein die stad nadert. Heel veel scheepsbouw. Maar ik kom er ook vast te zitten in mijn reis. Ik kan eigenlijk geen kant op. De kustraillijn van Feve gaat op dat tijdstip niet meer verder dan Ribadeo, donderdag zou ik dan door kunnen reizen tot maximaal Santander, en daarna?
Ik bedenk allerlei wilde plannen om toch maar door te kunnen reizen. Zelfs het huren van een auto komt in mij op. Uiteindelijk keer ik toch op mijn schreden terug. Met de bus terug naar de stad van de apostel.
Ik overnacht in het zelfde pension, alleen in een ander gebouw. Wel dichtbij het pleintje waar ik nu al verknocht aan ben geraakt. ś Avonds nog even naar de kroeg op de hoek. Het is in die paar dagen hier mijn stamkroeg geworden.
Ik zit zo een tijdje te genieten van een cerveza grande en wat pintxos die er standaard gratis bij worden geserveerd. Als ik word aangesproken door een vrouw die niet veel eerder plaats heeft genomen aan een andere tafel. Zij wil weten of ik toerist of pelgrim ben en vanaf dat moment ontwikkelt zich langzaam maar zeker een heel leuk gesprek.
Elvira is een vrouw uit Madrid. Zij heeft ook de Camino gelopen. Een deel van de Camino Frances, zeven dagen. We praten over allerlei onderwerpen. Ondertussen heeft zij een pasta gegeten. Ik nog maar eens een cerveza gedronken. Daarna eet ik spagetti aglio y olio y peperoni en drink zij nog een witte wijn. En het gesprek gaat maar door. En zo wordt het uiteindelijk ook nog best laat en heb ik niets aan een planning voor de thuisreis gedaan.
Een mooie ontmoeting na een zinloze (?) reis.

The Hitcher, travelling by bus

Dinsdag 24 juli 2012

Aangezien ik tegenwoordig geen tabellen meer kan lezen mis ik mijn bus naar Santiago de Compostela. Deze vertrekt om 07.30 uur. Alleen sta ik er pas om 08.40 uur, omdat ik onder het verkeerde lijstje gekeken heb. Ik verwachtte te kunnen vertrekken om kwart voor negen. Ik baal verschrikkelijk en móet iets doen. Dus ga ik wandelen. Ik moet weg uit Muxia. Wil weg! Ik probeer een lift te bemachtigen en anders loop ik wel.
Dat liften is geen probleem. Gewoon duim omhoog en duimen maar. Alleen: niemand neemt een oudere man met woest uitziende baard en vervaarlijk grote wandelstok graag mee. Dus loop ik, zeker een kilometer of tien. Tot ik ingehaald word door de pendelbus tussen Muxia en Fisterra. Deze stopt ook in Cée en vandaar kan ik de bus naar Santiago weer oppikken. Ik had ook gewoon in Muxia kunnen wachten op deze bus, maar nu had ik het gevoel in ieder geval iets gedaan te hebben.
Opnieuw een bijzondere ervaring rijker kom ik rond twee uur aan in Santiago. Daar is het ondertussen een drukte van jewelste, een gekkenbende. Heel veel pelgrims, heel veel toeristen en ook heel veel politie. Het lijkt moeilijk te gaan worden om nu nog een kamer te bemachtigen. Toch heb ik geluk. Ik vind een piepklein kamertje bij de buren van de kathedraal. Ik lig bijna onder de klokkentorens te slapen.
ś Avonds is het feest in de stad. Er is uiteraard een mis in de kathedraal met allerlei belangrijke rokken van de club uit het Vaticaan. Maar de kathedraal is ook gevuld met veel pelgrims. En met toeristen die gewoon mogen blijven rondlopen. Ik gedraag mij als toerist en loop ook rond, ga kijken bij de sarcofaag van de apostel en voel er verder niets bij. Wel bij de diverse mooie nissen met altaren. Nissen waar veel aandacht aan de maagd en Jezus wordt geschonken. Het raakt mij ook nu weer emotioneel. Vooral als ik ook nog wat 'kaarsjes' brand. Het zijn geen kaarsen meer, het zijn lampjes die automatisch gaan branden bij de inworp van een muntstuk. Ergens kruipt de gedachte van Jezus' woede in de tempel bij mij omhoog. Tijd om naar buiten te gaan.
Ik wandel maar eens richting het pleintje waar mijn pension aan gelegen is. Daar bevindt zich ook een hele leuk eetcafé met vriendelijke, aardige bar-mensen en best lekkere pinxtos. Ik bestel een grote pils en kom even later in gesprek met Willem, een Nederlandse jongeman. Ik kom te weten dat hij vanaf volgend schooljaar in Tilburg (!) gaat studeren. Muziek, en wel de accordeon.
Achter de kathedraal is  een grote bühne opgebouwd waar vanavond een concert gegeven gaat worden. Geen idee door wie, maar ik heb wel zin in wat muziek onder het genot van een biertje. Dus ik neem plaats op de trappen die nu als zitplaatsen gebruikt worden.
Langzaam maar zeker wordt het donker en stromen er meer mensen toe. Ook nu ontmoet ik een hele bijzondere jonge Duitse vrije geest. Hij wandelt ook op de Camino en wil een Albergue openen op de Camino Frances. Wij hebben dezelfde gedachten en ideeën over Energie, Liefde en allerlei andere raakvlakken. Hij laat mij echt dieper nadenken over een aantal zaken en ook ik kan hem helpen met inzichten. Alleen: ik vergeet totaal zijn naam te vragen. 
We genieten van ons diepzinnige gesprek en we hebben lol. De muziek wordt verzorgd door een dj. Iemand die misschien best bekend is hier in omstreken, maar ik durf het niet te zeggen. De muziek is goed; de lichtshow is goed; de stemming is geweldig. De dj en het publiek hebben er zin in. Tussendoor worden we nog verrast door een geweldig vuurwerk vanaf de andere kant van de kathedraal. 
Het maakt de avond compleet.

donderdag 26 juli 2012

Embrasing the shadow

Maandag 23 juli 2012

Weer een ervaring rijker. Nu had ik wel al eerder in de open lucht geslapen. Dit was toch wel een heel bijzondere plek daarvoor. Tussen twee rotsblokken een plek in het zand. Redelijk beschut, al is de wind behoorlijk krachtig de gehele nacht. Ik kom zonder veel problemen in slaap. Hoewel ´de buren´ nog even een kampvuur maken en luidruchtig het slagen daarvan vieren.
Als ik ´s nachts een keer wakker word, is de hemel waanzinnig mooi. Onvoorstelbaar veel sterren en de melkweg zijn heel duidelijk zichtbaar. Aangezien ik een ´dakraam´ heb, kan ik het vanuit mijn bedje bekijken. Tevreden en gelukkig vanl ik weer in slaap.
Na het opstaan en inpakken zie ik in de verte een bekend silhouette van een bekende pelgrim het strand opwandelen: Daniël. Hij kan blijkbaar de weg terug naar huis nog niet vinden. Ik begrijp het. En ik laat hem met rust. Hij gaat in meditatiehouding naar zee gericht zitten. Als ik later via een kustpad vertrek, zie ik hem in de andere richting langs het strand wandelen.
Het kustpad is een alternatieve route naar de vuurtoren. Het is soms zo dicht langs de gapende afgrond dat ik aan de GR-10 in Frankrijk herinnert word. Het pad is ook hier niet meer dan een geiten- of koeien pad. Aan de sporen te zien lopen er ook paarden. Eerst is er nog een redelijk spoor zichtbaar, maar soms verdwijnt die in het niets of via de grote rotsblokken. Andere momenten wordt de begroeiing zo dicht dat ik er bijna onderdoor moet kruipen. Ik besluit dat het welletjes is geweest en tracht de weg naar bove, naar betere bredere paden te vinden. Dat lukt gelukkig ook vrij snel.
Dan ben ik ook snel bij de vuurtoren. De enige reden er terug te keren is om er een foto van de nulpuntwegwijzer te maken. Of liever gezegd: meerdere foto´s. Zaterdagavond had ik te veel haast om een goede plek voor de zonsondergang te vinden. Zondag vond ik het te ver lopen en eigenlijk niet zó belangrijk. Vanmorgen had ik me toch weer bedacht en leek het me een goed idee om dan via die alternatieve route te lopen. En het was een heel goed idee. Ik had reuze veel plezier op dat moeilijke uitdagende pad. De foto´s zijn daarna slechts een formaliteit.
Als ik in Finisterre arriveer, besluit ik een kop koffie te drinken in een kroeg waar ik zaterdagavond mijn aankomst nog een beetje gevierd heb. Het is een echt bruin café naar Nederlandse begrippen. De eigenaar Robbie (Roberto) straalt rust en tevredenheid uit en is totaal relaxed in het bedienen van zijn klanten. Een genot om er een kop koffie, of op andere monenten een goed glas bier te drinken.
Net voor ik het centrale deel van Fisterra uitloop, besluit ik nog even wat boodschappen te doen. De afstand naar Muxia is toch ongeveer 30 km en ik weet niet of ik überhaupt een café, bar of winkel tegen zal komen. Dan is wat drinken, fruit en eten meenemen geen slechte beslissing. Als ik net binnen ben loopt ineens Zora voorbij.
We hebben elkaar sinds Santiago niet meer gezien. Dus loop ik snel naar buiten en roep haar. Zij reageert op de manier haar eigen. Er is blijdschap in haar ogen en ik ben ook blij dat ik haar toch nog zie. Ik had die hoop al opgegeven op het moment dat ik bij de kathedraal van Santiago wegliep in de richting van Fisterra. 
Gelukkig kunnen we nu toch nog op een fatsoenlijke manier afscheid van elkaar nemen.
De wandeling naar Muxia is er een in heerlijke rust. In het begin kom ik nog veel peregrino´s tegen die uit de richting van Muxia komen. Zelfs nog wat bekende gezichten van de afgelopen dagen. Pelgrims die eerst naar Muxia zijn gewandeld en nu naar Finisterre lopen.
Zo nu en dan kom ik weer in de buurt van de zee en zij blijft verleidelijk roepen. Op een van die momenten geef ik gehoor aan haar lonken en wandel naar een op het oog volledig verlaten strand. Dat is het, natuurlijk, niet als ik het strand nader. Ik loop door tot zo dicht mogelijk bij het water en voer het bekende ritueel uit. Kleren uit, water in. KOUD!!! Maar absoluut heerlijk.
Als ik mij door de zon laat opdrogen komen uit de verte drie dames aangewandeld. In verleiding gebracht? Willen zij het magere scharminkel met lange baard eens van dichtbij bekijken? Het zal niet iedere dag gebeuren dat een pelgrim juist daar een verkwikkend bad in zijn blootje neemt. Helaas voor hen, of gelukkig voor mij haha, ben ik al droog en weer aangekleed tegen de tijd dat zij eindelijk bij mij in de buurt zijn. De dames kijken wel, groeten ook, maar spreken verder niet aan. Eentje neemt zelfs foto´s, wel op gepaste afstand, zodat het lijkt of ze een foto van het strand neemt. (En misschien is dat ook wel zo!). Tijdens het wegwandelen kijk ik zo nu en dan nog eens achterom; iedere keer kijkt een van hen ook in mijn richting. Dus zwaai ik maar een keer. Een twijfelachtig handje komt als groet omhoog. Ik lach hardop. Life is just great!
Ik prijs me slechts tien minuten later al gelukkig dat ik niet met de dames in gesprek ben gekomen. Want wie loop ik daar tegen het lijf? Op haar weg van Muxia naar Fisterra? Juist: het bloemenmeisje! Ik had veel mensen daar kunnen verwachten, maar haar juist niet. In onze wandeling al weer zo lang gelden vertelde zij dat Santiago het eindpunt zou worden en dan via Madrid en Barcelona terug naar huis. De Koreaanse is echter zo snel over de Camino gewandeld dat zij nog tijd over had. En dus Muxia en Finisterre. We spreken af elkaar via Facebook te contacten en dan in Santiago nog wat bij te kletsen en te drinken.
Daarna is het alsof het vanzelf gaat. Hoewel ik niet snel loop en de het later en later wordt, voel ik amper pijn of moeite. Ik vind de ruimte bij mij zelf om diepgravend na te denken en ik kan heel wat verstorende energie omarmen en daarna loslaten. Ik geniet, ik lach en ik zing. Zo nu en dan vloeien er ook tranen en ook daar geniet ik van. En de energie van dit bijzondere gebied blijft mij maar voeden met haar bijzondere Energie.
Daarbij is de entree in Muxia een tegenvaller. Fisterra is toeristisch en commercieel. Begrijpelijk. Hier doet het koud en ongeïnteresseerd aan. Zo voelt het voor mij in ieder geval. Misschien is het een tegenhanger voor alle positiviteit van de natuur er voor. De mensen ogen afstandelijker dan ergens anders. En toch krijg ik ook hier de hulp die ik nodig heb. Zoals ik al eens eerder schreef: de engel verschijnt als je hem het hardst nodig hebt. Deze doet haar uiterste best om mij aan een slaapplaats te helpen. Hetgeen ook lukt.
Tch knaagt er de onvrede: Er is niet eens een nulpuntwegwijzer!

Life at the beach

Zondag 22 juli 2012

Na de enerverende dag van gisteren is het nu allemaal wat onwezenlijk. Aangezien ik in een pension overnacht heb, kan ik uitslapen en alle tijd nemen die ik denk nodig te hebben. En ik neem alle tijd, ook om te bezinnen wat nog te doen. Blijf ik, wil ik verder naar Muxia of terug naar Santiago?
De pension- annex alberguebeheerder wijst mij de weg naar het toeristenbureau. Daar hoop ik meer informatie te krijgen over Fisterra en goedkope overnachtingen. Buiten Albergue´s om; liefst geen Albergue´s meer. En ik wil ook info over de route naar Muxia. Helaas zijn ze pas om 14 uur open.
Dan maar lekker naar het strand. Aan de oceaanzijde. Als ik blijf wil ik daar de zonsondergang bekijken, misschien zelfs overnachten. Onderweg naar het strand ben ik nog aan het overleggen hoe en of ik direct de zee induik. Het is daar gisteren jammer genoeg niet meer van gekomen.
Als ik eenmaal mijn rugzak heb afgedaan en de schoenen zijn uitgetrokken, gaat de rest als vanzelf. In bijn blote kont ren ik naar het water en ga met volle overgave de confrontatie met de zee aan. KOUD!!! Maar heerlijk!
Na een minuut of wat spelen met en duiken in de golven vind ik het goed. Alle oude energie is wel weggespoeld. Op het strand trek ik mijn onderbroek aan als zwembroek. En geniet van alles wat er zich op het strand en in het water afspeelt. Er zijn twee kampementen van pelgrims. Het zijn gasten die blijkbaar al veel langer op het strand leven. Dagelijks is er een aanloop van tijdelijke nieuwe ´gasten´. Zij vertrekken later in de avond weer naar hun Albergue of andere logeeradres. Anderen blijven de nacht en misschien langer. Het is een vrij leven: Zon, water, strand, geen verantwoording. Vrij! 
Enkele van deze stoere vrijheidsaanbidders gaan met een frisbee aan de slag. Al snel komen er meer pelgrims bij. Dan zijn het geen pelgrims of zwervers of strandbewoners, nee dan zijn het net kinderen die met veel plezier duiken op de onberekenbare bewegingen van het ronde schijfje. Lachen gieren, veel lol om de capriolen van de medespelers of zichzelf. Puur genieten.
Ik ga hier naar de zonsondergang kijken; ik ga hier overnachten.


vrijdag 20 juli 2012

Keep on going

Vrijdag 20 juli 2012

The day after. Op tijd wakker, op tijd wandelen. De afstand naar Fisterra is ongeveer 88 km. Dat is gemeten van buiten het centrum. De eerste wegwijzer noemt een getal van 88,020 km. De Albergue waar ik te gast was, ligt aan de andere kant van de stad. Zeker 3 km meer om af te leggen.
Ik kom maar moeilijk op gang. De hele ochtend kom ik eigenlijk helemaal niet op toeren. Alsof de schoenen vastplakken aan de Weg. Ik heb wel zin om te lopen. Veel zin zelfs, maar ook al is de geest gewillig: het vlees blijkt zwak de eerste uren.
Daarnaast is het ook nog eens een moeilijke beslissing waar te overnachten. Hoe ver vandaag te lopen. De Camino naar Fisterra is mooi verdeeld over 3 etappes: 22, 33 en nog eens 33 km. Maar die 22 km vind ik eigenlijk te weinig, na die gemakkelijke wandeling van gisteren. Maar 55 km is weer veel te ver.
Voor Negreira, de eerste stop, hangt er heel veel reclame voor Albergues, hotels en pensions in de bomen langs de Camino. Dat zal dan daarna ook wel zo zijn? Ik heb ook nog informatie van het Informatica Touristico. Gewoon doorlopen, we zien wel waar het schip, of liever gezegd de pelgrim, strandt.
Voor Negreira zijn er nog redelijk veel pelgrims vanuit Santiago op weg richting kust. Er na loop ik alleen, urenlang. Een heel enkele keer nog wat mensen die op de weg terug zijn naar Santiago. Ik vind het heerlijk  die rust. Het landschap is ook rustig. Plooiend, glooiend en warm. Fijn!
Ik overnacht in San Marina: nog 46 km.

donderdag 19 juli 2012

Ground Zero for Peregrino

Donderdag 19 juli 2012

De veelbesproken drukte bleef uit. Na alle wilde verhalen verwachtte ik een totaal overbevolkte Camino. Dat viel nogal mee. Bij het hotel waar ik overnacht had, was het druk. Waren echt veel mensen. Mensen die iets wilden drinken of ontbijten. Mensen die aankwamen of die net weggingen. Hierdoor was het de eerste anderhalve kilometer op het pad ook nog erg druk. Moest ik soms slalommend tussen de mensen om vooruit te komen. Daarna heb ik heel veel stukken echt in mijn eentje gelopen.
Monto do Gozo of volgens sommigen 'the mountain of joy' was een teleurstelling. Ook hier had ik verhalen over gehoord. Over hoe groepen pelgrims zouden toekijken hoe andere peregrino' voorbij rennen. Rennend in hun haast om bij de kathedraal te komen. Of om toch maar een plaatsje in de Albergue te bemachtigen. Allemaal niets van waar! Niemand rende; de Albergue's zijn nog lang niet vol. Ook ophet plein voor de kathedraal geen uitzinnig drukke pelgrims, vliegend van hot naar her. Er zijn wel veel toeristen. Er willen zelfs met pelgrims op de foto.
De kathedraal was wel imponerend. Het zorgde voor de nodige emoties Vooral tijdens de eucherastie, toen beelden van de afgelopen negen weken voor mijn geestesoog verschenen. Goede, mooie, moeilijke en kwade momenten. Het was en is nog altijd geweldig. Zeker toen ik ook Daniël nog sprak. Toch nog afscheid van één van de groepsleden.
Morgen wandel ik richting het einde van de wereld.

Santiago is waiting

Woensdag 18 juli 2012

Twee maanden onderweg, morgen zijn er negen weken verstreken sinds het vertrek uit Laar. De tweede poging wel te verstaan. Wat is het snel gegaan; wat is er veel gebeurd. Zo veel meer dan ik überhaupt heb kunnen schrijven. Zo veel meer dan ik ook heb kunnen laten weten via het prachtige medium Facebook. Dan kan internet toch heel mooi zijn. 
Hoewel ik van te voren gezegd had zo min mogelijk contacten te onderhouden. Ben ik achteraf blij dat ik dit toch gedaan heb. Het heeft mij heel veel plezier gedaan: alle reacties op alle foto´s, alle berichten, alle blogs. En het is nog niet ten einde. Eerst de tussenstop Santiago, dan naar het Einde van de Wereld. Heel misschien toch ook nog naar Muxia, die andere bijzonder plek aan de kust.
Vandaag op de drukke wandelweg die Camino Francès heet. En ja het is er veel drukker. Het is niet te vergelijken zelfs. Als er op de Primitivo op een dag 5 tot 10 mensen op mijn pad kwamen, dan was het druk. Nu passeerde ik soms misschien wel 5 tot 10 mensen per minuut.
Vervelend? Nee! Echt niet. Gewoon een heel andere ervaring. De mensen hier kennen elkaar natuurlijk ook al langer. Hebben veel de zelfde weg, vanaf het zelfde startpunt gewandeld. En hebben dus de zelfde binding die wij op de Primitivo mochten ervaren. Alleen is de Energie op deze weg echt anders, want men is hier veel drukker, uitbundiger, meer uitgelaten. Een buitenstaander zou het bijna overdreven kunnen noemen. Dat is het niet!
De groep is gedecimeerd tot 1 (een). Zo ben je met zes personen samen, zo ben je weer alleen. Niet eenzaam gelukkig. Zora vertrok vanmorgen als eerste. Vermoedelijk, want ik weet niet hoe laat Daniël vertrokken is. Een uur later ben ik vertrokken en de andere drie, Eve Oriane en Christophe zijn nog later vertrokken. Ik heb alleen nog met Zora contact gehad. Zij met Oriane. Die is samen met Christophe al na circa 15 km gestopt in Arzua. Waar Eve en Daniël zijn weten we niet. Zora is in O Pedrouzo op 20 km van Santiago. Ik ben in een gehuchtje genaamd Amenal op ongeveer 15-16 km van het graf van de apostel.
Het was de bedoeling om met de groep tot Pedrouzo te wandelen en dan morgen, de 19e juli naar Santiago door te lopen. Na alle onzekerheden en twijfels besloot ik voor me zelf om dan vandaag de grote sprong van 50+ km te maken. Wandelen was geen enkel probleem. Ook niet toen het later op de middag steeds warmer begon te worden. Alleen maakte ik de ´fout´ om bij een hotel restaurant in Amenal te stoppen. 
Ik wilde slechts vers water voor de laatste kilometers. Zag dat er vrij wifi was en bestelde ook een cola. Om de tijd te nemen voor een gegevensdump op FB. Toen werd ik geroepen door de Amerikaanse Krista die ik eerder vandaag onderweg ontmoet had. We kwamen in gesprek, ik ging er bij zitten en alle energie vloeide uit mijn lichaam. Het was ineens over. Een hotel hoefde ik niet te zoeken en dus slaap ik op enkele kilometers van Santiago.
En 1000 (ja: duizend) pelgrims zullen morgen de stad weer intrekken.

woensdag 18 juli 2012

Het toevluchtsoord

Dinsdag 17 juli 2012

Het leven in de Albergue is een vreemd gebeuren. Soms is het gebouw oud en niet al te netjes, maar is het wel heel gezellig en rustig. Een andere keer oogt het top en is het koud en ongezellig. De nieuwe zijn niet altijd de beste of de schoonste of de warmste. Ook een grote stad betekent niet automatisch een betere of slechtere Albergue.
Het gedrag van de pelgrim in de Albergue is een veel gevallen ook best interessant. Sommigen zijn helemaal in hun eigen universum. Maken licht in het midden van de nacht. Als zij telefoneren mag iedereen, ook in andere ruimtes meegenieten. ´s Ochtends hun wekker alle lawaai laten maken, zonder uit te schakelen. Knallen met deuren of flikkeren met veel lawaai uit hun bed. Gaan met hun achterwerk in het gezicht van een andere pelgrim staan die op zijn bed zit. Andere pelgrims houden juist alle rekening met hun medepelgrims. Alles even rustig en stil. Fluisteren; maken bijna geen geluid.
Er zijn pelegrino´s die heel gemakkelijk vrienden maken. Zoals Christophe, de Canadees. Hij kent iedereen, praat met iedereen. Lacht en ouwehoert met iedereen. Zora is ook zo. Altijd tijd voor iedere persoon. Zelfs onderweg met locale bewoners. Voordeel voor hen beiden: hun talen. Hoe gebrekkig het soms misschien in hun eigen oren ook klinkt. Zij kunnen communiceren in het Spaans, Frans en Engels.
Vaak clusteren pelgrims tot groepjes samen. Zoals wij nu ondertussen met 6 personen een groep vormen. Dat is wel fijn voor op de Francès.
We zijn aangekomen in Melide, het kruispunt van de Primitivo en de Franse weg. In de Albergue is het druk, druk, druk! Ik ben heel benieuwd hoe dat op de Camino zal zijn. Voor mij pelgrims, achter mij pelgrims en naast mij pelgrims.  Het is een lawaai van jawelste in het gebouw waar de pelegrino´s overnachten. Hoe zal dat vannacht gaan?
Ondertussen is het feest in Melide: er passeert zojuist een Mariaprocessie.

maandag 16 juli 2012

Still on track?

Maandag 16 juli 2012

De peregrino begint door te draaien. Vanochtend al vóór zeven uur bepakt en bezakt weer op pad. Voordat de reis op de Camino verder gaat, wil hij eerst over de 'Romeinse Muur' wandelen. De nog geheel intakte verdedigingswerken rondom de gehele binnenstad. Het is er heerlijk rustig. Enkele wandelaars, sporadisch een hardloopster. Hij wandelt tot de kathedraal, aan die kant gaat de Camino verder.
De pelgrim twijfelt: wel of niet het laatste brood opeten? Wachten tot de winkels opengaan? Dat duurt minstens nog een uur. Na wat laatste gegevendumps op het wereldwijde web besluit hij verstandig te zijn: eten!
Op het Plaza Magor, baguette met kaas en honing. Daarbij water. De mensch, hij moet wat. Tijdens deze maaltijd helpt onze wandelaar nog een paar jonge pelgrims op weg. Toevallig weet hij waar de schelpen liggen. Ook ziet hij Daniël, de jonge Schot nog voorbijkomen. Een andere, Spaanse, pelgrim wil geen contact. Die gaat een bankje verderop zitten. De twee lagen elkaar eerder die week al niet.
Als de peregrino nog ééh keer zijn levensader op FB bekijkt, wordt hij verrast door zijn novice. Zijn metgezel van de Fellowship. Zora wil wel/niet naar Melinde. Dat is 50 km verderop. Te ver, weten beiden. 'Ok, c u when I do', en weg is ze na een laatste knuffel. 'Take care!'
'Water is ook niet alles', denkt de pelgrim. Hij besluit toch nog even een taberna in te duiken en een grande caffee solo te drinken. De aangeboden tapas neemt hij dankbaar aan.
Dan eindelijk door de poort, Lugo uit. De peregrino geniet. Het lijkt een zonnige dag te worden. Ook al is het nog wat nevelig en bewolkt. De natuur is prachtig. Sommige paden laten hem terugkeren naar de tijden dat middeleeuwse pelgrims hun voetstappen hier achterlieten.
Vrij snel haalt de pelgrim twee inmiddels oude bekenden in. Oriane loopt samen met de Canadees. Deze blijkt Christophe te heten. Hij heeft zeer veel gelijkenis met een bevriende fysiotherapeut uit Coevorden.
De drie blijven een aantal kilometers bij elkaar. Tot onze pelgrim langzaam maar zeker weer alleen komt te lopen. De twee anderen hebben beiden last van blessures. Hij is niet echt gefocust, want hij steekt de weg over en loopt een pad in. Er staat tenslotte een wegwijzer. Heeft hij wel goed naar de schelprichting gekeken? Peregrino begint na een tijdje toch te twijfelen. Maar er is na al die kilometers, al die dagen zoveel meer rust in hem gekomen. "Verdwalen kan niet, want je weet niet waar jouw weg naartoe zal leiden."
Als de pelgrim weer op de verharde weg terugkeert, ziet hij zijn twee metgezellen enkele honderden meters voor hem lopen. Zij hadden nog wel geroepen en gefloten: het had niet geholpen. De drie gaan nu samen weer verder. Tot het volgende dorpje. Daar is een bar: tijd voor een pauze. Koffie en misschien wat eten.
Het is er gezellig. Eve, de Ierse en Zora zijn er ook. Onze peregrino bestelt koffie en cola. Hij krijgt van de vriendelijke eigenaresse een fles met, vermoedelijk, een eigen gebrand goedje aangeboden. 'Proberen', denkt hij. Het spul is sterk! Ook bij een tweede kop krijgt hij het drankje er bij aangeboden.
De groep vertrekt min of meer gelijktijdig. Al snel doemt er een heuvel volop begroeit met paardebloemen op. Daar gaat onze reiziger een poosje liggen. Genieten van het uitzich, de rust en de stilte. Er komt nog menig pelgrim voorbij.
Weer op weg zijn de aanwijzers weer eens heel sporadisch aanwezig. Maar zoals al vaker: bij de grootste twijfel verschijnt een aanwijzing. Eve en Cristophe worden weer ingehaald. Vlak voor de Albergue van San Romano komt Oriane weer in zicht. Zij gaat hier overnachten, onze pelgrim loopt door.
Als peregrino over een heuveltop de volgende vallei inwandelt, begint zijn hart te juichen. Wat een waanzinnig uitzicht. Hier is de juiste plek voor lunch. Voor zo ver hij nog eten heeft. Yoghurt, Tuc en Milka, weggespoeld met Pepsi.
Dan de laatste kilometers naar de Albergue in Ferreira. Wandelen door de omgeving hier doet hem denken aan thuis. 'Na de volgende bocht komt de Vechtebrug', denkt de pelgrim nog.
In Ferreira wacht een plezierige verrassing: Een heel rustgevende Albergue. Behoorlijk nieuw, evergreenmuziek op de achtergrond. Netjes en schoon, de beheerders vriendelijk.
Jammer dat er geen wifi is en internet niet gratis.

Walk the earth like Caine

Zondag 15 juli 2012

Voor de verandering maar weer eens een keer vroeg gestart. Om kwart voor acht vanochtend trok ik de deur van mijn pension achter mij dicht.
Het wordt eentonig, maar ook vandaag eerst een lange klim naar een hoogte van boven de 1000 meter. In die klim werd de stilte in de vallei jammer genoeg verbroken door het indringende en irritante geblaf van een hond.
Over de route is ook weinig bijzonders te vertellen. Het was na die eerste klim een rustig klimmen en dalen tot aan Lugo. De bewegwijzering was ook vandaag niet echt geweldig. Of wij zijn op andere plaatsen te veel verwend geweest.
Ondanks de beloofde regen en de kou, blijft het de hele dag droog. Het werd zelfs warm, tot wel 29° C. De natuur is ook hier prachtig, in allerlei kleuren groen. Van bijna zwart, tot een bijna gele tint. En als de zon er op schijnt veranderen alle kleuren opnieuw.
Al snel kom ik samen te lopen met andere pelgrims. Het begint met Eve uit Ierland. Ik had haar gisteren al eens ontmoet. Toen liep zij met de Canadese jongeman. Nadat Eve en ik een kop koffie hebben gedronken, komt Daniël uit Schotland er bij. Gisteren ook kort kennis mee gemaakt. Tenslotte de Franse jongedame genaamd Oriane. Haar had ik de dag daarvoor onderweg ontmoet.
Even lopen we als een groep van 4. Dan haakt Eve als eerste af. Later Daniël, hij loopt verder met een Spaanse jongeman. Oriane en ik blijven de rest van deze etappe bij elkaar. De gesprekken zijn zeer interessant. Zij wil lopen en blijven lopen. Eerst naar Finisterre, daarna hoopt zij een zeilboot naar Amerika te kunnen charteren (lees: mee te zeilen). Dan in Amerika verder wandelen. Walk the earth, just like Caine.
In Lugo maken wij het ons zelf onnodig moeilijk door niet op te letten. Uiteindelijk hebben we de Albergue toch gevonden. Voor ik het goed en wel doorheb, heb ik mij zelf ook ingecheckt.
Na het eten en het wasprogramma voor mens en kleding, ga ik de stad in. Op zoek naar een vrije wifi-verbinding. Die is slechts met moeite te vinden en ook nog op een rotplek. Ik besluit de zon en een terras op te zoeken. Om te schrijven onder het genot van een koud biertje. Het schrijven wordt verstoord door eerst Zora en daarna Oriane. Maar ook nu is het prettig kletsen.
In de herberg heerst Spaanse onrust. De toko gaat om 22 uur dicht. Dan moet iedere pelgrim verplicht binnen zijn. Zora en Oriane zijn te laat, ik laat hen binnen. Dat zien de Spanjaarden. Dit is voor hen dé gelegenheid om nog weer de stad in te gaan.
De rest snurkt of is in diepe rust.

zaterdag 14 juli 2012

Hulio in zijn regenjas (Un canto a Galicia)

Zaterdag 14 juli 2012
Vreemd toch! De ene dag maak ik me heel druk om de 'verloren' tijd in de ochend. De andere dag neem ik juist alle tijd van de wereld. Het weer verleidt ook niet tot actie. Wel droog, maar erg grauw en grijs. Al mijn kleding is nog nat, zo ook mijn schoenen. Zelfs de rugzak is deels nog nat. De kamer was koud en bleef koud. Niets droogt. Dus verwerk ik de blog van vrijdag en ga daarna in alle rust douchen. Ben ik tenminste weer warm. Van de andere kant: kou is just a state of mind.
En des ondanks vertrek ik nog rond tienen uit het pension. Op weg naar het bureau voor peregrino's, in de hoop daar een stempel voor de Credential te scoren. Bureau gesloten, geen stempel. En dat is juist waar iedere pelgrim voor loopt: Stempels! Ik zou nog op zoek kunnen gaan naar het toeristenbureau of zelfs terug naar het pension. Dan maar geen stempel.Op weg nu. Met het liedje van Julio Iglesias over Galicia hummend in mijn hoofd: 'hmhm Galicia hé hmhm hmhm'. Als ik aan het 'gesprek' met Ria via WhatsApp denk, begin ik opnieuw te lachen. Weg is de kou, ik zie de zon ook achter de wolken schijnen.
De Camino is als de laatste dagen. In het begin gaat het direct omhoog. Ook nu weer naar dik 1000 meter. Gelukkig ligt Fonsagrada al redelijk hoog; is de klim niet te heftig. En het weer is weer mooi. Ja het is grauw, en ja het is grijs en donker. Zwaar bewolkt en toch vecht een waterig zonnetje om er doorheen te breken. Aan het einde van de dag zal zij eindelijk winnen. Echter niet voor de verzadigde wolken hun lading boven de noest werkende pelgrims hebben gedropt.
In Galicia zijn ze niet kwistig met wegwijzers of flecha's. Dat is echt heel wat minder dan in Asturia. Soms kan het echt kilometers duren voor er weer een pijl of schelp komt. Dan komen er ook gelijk meerdere kort achter elkaar, om vervolgens weer onzichtbaar te zijn. Hierdoor kom ik toch zo nu en dan wat aan het twijfelen. Hoe scherp en intuïtief ik ook liep de afgelopen tijd. Maar iedere keer als ik twijfel verschijnt juist dan een flecha of wegwijzer.
De route slingert zich langs, op en over de LU-350, de doorgaande racebaan naar Lugo. Samen met het andere verkeer maken de pelgrims veel gebruik van deze weg. Soms meerdere kilometers achter elkaar. Ik probeer daarbij een ideale lijn door de binnenbochten te volgen. Wat niet geheel zonder gevaar is. Alleen: er zijn niet echt veel racewagens op de baan.
Op het tweede deel van de etappe begin ik weer peregrino's in te halen. Bekende gezichten van gisteren en ook een enkele andere. Als ik er voor kies de Camino te volgen, zie ik dat andere pelgrims de LU-350 blijven volgen. Deels begrijpelijk: het is steil, glibberig en smal op het pad. Van bovenaf groet ik een paar pelgrims met een 'bon Camino'. Slechts even later kom ik met hen in gesprek. Het blijkt dat de eigenaar van een Taberna even voor dit deel hen waarschuwde voor de moeilijkheid van het pad. Het is verleidelijk, maar ik volg toch de Camino verder naar beneden. Verstandig? Nee! Leuk? Absoluut!
In het begin zijn er nog wat aanwijzingen. Geen enkel probleem en de weg is niet moeilijk. Dan kom ik op een Y-splitsing: geen enkele aanwijzing. Mijn gevoel zegt links. Ik loop een tiental meters die kant op, begin te twijfelen. Naar rechts oogt meer de doorgaande weg. Bij de splitsing raadpleeg ik Nokia-Navi. Advies: naar links. Dus toch die kant op.
Als ik door de bocht kom, wacht een kalf van een hond mij blaffend op. Het 'monster' heeft veel lawaai, maar is meer bang dan gevaarlijk. Voorbij het huis komt een vrouw naar buiten, druk kwebbelend. 'No Camino, no Camino. Ratel, ratel, casa, eglesia, ratel'. Dan maar terug. Naar rechts.
Daar, een stuk verder, op een recht stuk weg: een flecha. Mooi, in ieder geval weer op route. Dan passeer ik een schuur met daarop de flecha die rechtdoor wijst. Na de schuur een nieuw huis, waar de eigenaar tv zit te kijken. Blijkbaar ziet hij mij, want ineens vliegt het raam open. 'Peregrino! No! Habla, habla, casa, eglesia, habla.' Vertaling: ik moet niet rechtdoor, maar rechts omhoog. Voorbij een huis en een kerk(?). Ik wijs nog eens op de pijl als de man intussen naar buiten is gekomen. Nog een keer het zelfde verhaal. Dus neem ik de goede raad maar glimlachend aan. Het moeilijke steile pad naar rechts. (Wat mag ik in deze vallei niet zien, denk ik nog).
Aan het eind van het klimmetje: een wegwijzer én een pijl. Ook zijn er wat huizen en schuren, verlaten, maar ik herken geen kerk. Na deze huizen gaat het pad het bos in. Is het 'schluss mit lustig'! Zwaar begaanbaar, steile klim, rotsen, stenen: Het hele program.
Uiteindelijk terug op de LU-350 en daarna afwisselend paden en de weg. Ik haal opnieuw dezelfde pelgrims in. Eerst een jonge Spaanse(?). We kletsen even, maar als het omhoog gaat geeft zij aan: ga maar verder. Na de volgende bocht wacht een zwart grommend monster. Niet aan een ketting. Aan de andere kant zijn partner, wel geketend. Als blackie mij ziet naderen wordt zijn grommen gevaarlijker. Hij toont zijn tanden, maar in zijn ogen zie ik niet echt gevaar. Ik blijf staan, houd contact met hem. Hij geeft zich over en wordt onderdanig. Dan loop ik door. Denk aan de jonge vrouw en blijf dan toch maar even staan wachten. Het dier begint opnieuw te grommen als zij nadert. Op mijn commando wordt het dier weer stil. Kan de jonge pelgrim opgelucht doorlopen.
Bovenaan de volgende klim tref ik het stel dat mij de uitleg gaf over het pad en de weg. Als ik hen begroet en zij nieuwsgierig navragen, zeg ik: '(wijzend op hen) wise choise, (wijzend op mij) nice choise'. Ik neem de tijd om het uit te leggen, terwijl zij beginnen met uitpakken voor een pauze. Zij blijkt een Ierse te zijn, hij een Canadees uit Quibec. Niet veel later komt een jonge man ons gezelschap houden. Ik heb hem tijdens de laatste klim ingehaald. Deze jonge pelgrim komt uit Schotland. Hij was al in Santiago, maar nam de bus naar Oviedo om daarna de Primitivo te bewandelen. Als de Canadees zijn maaltijdje begint te koken ga ik verder.
Even later begint het te regenen. Eerst nog beheerst, dan echt stortregen. Tegen de tijd dat ik mijn batcape aanheb, is het eten van de Canadees vermoedelijk al weggespoeld.
Het laatste stukje naar het dorp loop ik in een soort trance. Ik ben vermoeid, heb nog niet gegeten. Niet dat ik daar zin in heb. Niets smaakt meer. De regen doet de rest.
Direct aan het begin van het dorp ligt de Albergue. Het is een redelijk nieuw gebouw. Er zitten 2 pelgrims buiten, de deur is open. Een mooie gelegenheid om binnen te kijken. En het ziet er wel goed uit. Alleen staan de bedden bijna tegen elkaar en is het al weer afgeladen vol. Op mijn weg naar buiten komt Zora mij tegemoet. Wij gaan naar buiten om bij te kletsen. Het geeft mij de tijd om te besluiten naar een pension te gaan. Hoewel er wel interessante mensen rondlopen.
Ik vind een pension. Eentje met verwarming die het doet. Na een fijne douche en het wassen van kleding voelt alles al weer veel beter. Ik schrijf een beetje en slaap een poosje. Dan wordt het toch tijd om wat inkopen te doen. Voor de winkel tref ik het Iers-Canadees stel opnieuw. Zij nodigen mij spontaan uit mee te eten, maar ik bedank. Er is te veel gaande in mij, het zou de stemming kunnen bederven.
Ondertussen heeft de zon de de strijd (voorlopig) gewonnen.

I feel good tadadadadada, So good, so good . . .

Vrijdag 13 juli 2012
Om kwart over negen schrik ik wakker uit een diepe slaap. De een of andere buurtdisco met rampzalige muziek heeft mij tussen half 5 en half 6 wakker gehouden. De muziek drong met zijn drammerige toon zelfs door mijn oordoppen heen.
Dus vertrok ik, nog totaal van slag, uit het pension. Na een ontbijt van niet meer dan een banaan en cola. Gisteren was er bijna niets te krijgen, nu gun ik mij geen tijd meer om nog te zoeken. De eigenaar van het pension is nergens te zien, dus stempel halen in het gemeentehuis. Rond de klok van tienen dan eindelijk op weg. Wat narrig loop ik de eerste helling op. Maar eenmaal buiten het dorp moet ik al weer uitbundig lachen. Wie niet met het schitterende uitzicht op al die bergen en valleien. En slechts even later loop ik al te fluiten en te zingen. Met muziek van the Godfather of Soul, the grandmaster of soul in het hoofd.
In de verte doet de zon haar best om de wolken open te breken. Het lijkt succesvol: hele stukken van de berg baden in zonlicht. Op de toppen van menig berg malen de windmolens de wolken en nevel fijn tot zij oplossen. Het weer lijkt dan toch zonnig te worden en te blijven.Dan wakkert de wind aan, tot het bijna stormachtig waait. Ik moet daar pal tegenin. Juist als ik op de kale flank van de berg op de openbare weg loop. Geen beschutting, geen enkele boom of huis, noch schuur. Niets!
Daarvoor was het universum mij al goedgezind geweest. Onderweg vond ik een halve baguette. Kan ik toch nog wat eten tijdens deze etappe. Tijdens de eeuwigdurende klim naar opnieuw bijna 1100 meter kom ik wel door mooie dorpen en de natuur is in al haar woestheid prachtig Heel veel struiken en planten bloeien nog. Heideachtige pollen die paarse en gele bloemen dragen. Een genot om hier te mogen zijn.
En in de afdaling passeer ik ineens de grens met Galicië. Weer een andere provincie. Asturia adios. Deze afdaling is lang niet zo heftig als die van donderdag. Duurt gelukkig ook niet zo lang.
Het weer slaat nu echt helemaal om. Van zonnig naar stormachtig donkergrijs bewolkt. Eerst miezerige vochtige nevel, later een echte stevige langdurige regenbui. Voor het meest heftige deel van de bui begint, heb ik gelukkig al een kamer.
Waar het wel droog maar ook erg koud is.

vrijdag 13 juli 2012

They say it's your birthday

Donderdag 12 juli 2012
Een bijzondere manier om een verjaardag te vieren. Op de Camino del Primitivo in Spanje. En dan ook nog op het moeilijkste, meest gevreesde stuk (bron: guide) van de hele Camino del Norte. Een wandeling over het dak van de Camino. Van Pola de Allande naar Grandas de Salime. Een tocht van circa 39 km, beginnend op 700 meter. Omhoog naar 1150 meter, dalen naar 900, nog eens naar 1100, helemaal omlaag naar 300, om te eindigen op 700 meter. Het was geweldig!
Vanaf het dorp naar Puerto de Palo, het hoogste punt, alleen al. In het begin een stuk via de openbare weg. Dan al snel smal, smaller, smalst door een prachtig bos. Met bergbeekjes, watervallen en prachtige open plekken. Geweldige vergezichten naar de valleien. En boven op de top loslopende paarden en koeien.
De klim van 8 km naar de top op 1150 meter duurde 2 uur. Vijf minuten later was ik al weer 100 meter lager. Het was echt naar beneden vallen, zo steil. De doorgaande weg slingert zich langs de bergen. Tot in de verste verten is te zien hoe. Het pad van de Camino gaat meer recht toe recht aan. Naar Lago via de weg 11,5 km, via de Camino 4,1 km.
De dame van het hotel maakte vanmorgen de opmerking dat andere perigrino's veel, veel vroeger vertrokken zijn. "Maar ik loop sneller", vertelde ik haar. Vanaf Monteferado, een middeleeuws pelgrimshospitum, begin ik pelgrims in te halen. Dat is na circa 10 km van de route. Sommigen ken ik, sommigen zie ik voor het eerst. Bij de Albergue van La Mesa ligt het eindpunt van deel 1 van deze etappe. Dan heb ik 14 pelgrims ingehaald. Ik loop dus inderdaad sneller.
Bij de Albergue neem ik een time out. Even rust, even op adem komen. Maar ik kom in gesprek met een Zweeds stel dat ik slechts kort daarvoor had ingehaald. Die korte time out duurde daardoor al met al meer dan een half uur.
Na dit leuke gesprek ga ik op pad voor deel 2. Het is niet duidelijk hoe lang deze etappe is. Mijn guide heeft het over 13 km, de borden ter plaatse spreken over 17 en 19 km. Dit deel is fysiek zwaarder dan het eerste deel. Het start met een korte steile en gemene klim direct naar 1100 meter. Daarna volgt een hele lange afdaling naar het stuwmeer Embalse de Salime. Het eerste stuk nog heel geleidelijk dalend, daarna lijkt het meer op van de berg afvallen. Sommige delen moet ik zwaar afremmen, sommige andere doe ik rennend. Het is echt fysiek heel belastend. Eerst is het pad ook nog mooi breed en redelijk egaal, later soms niet meer dan een richel.
De overgang naar de verharde weg is een verademing. Rust voor de gewrichten. Neemt niet weg dat er nog weer geklommen moet worden. Over een afstand van 6 km moet er 400 meter overwonnen worden.
Een kilometer na de stuw is een hotel-restaurant. Na alle inspanningen en naar aanleiding van deze toch heugelijke dag wil ik wel iets drinken. Koud getapt bier in een voorgekoeld glas. Top! Helaas kan ik er niet overnachten, volgeboekt. Dus moet ik door naar Grandas de Salime.
In het dorp aangekomen kijk ik even binnen bij de Albergue, maar ik wil er absoluut niet blijven slapen. Er zijn in ieder geval ook 2 pensions, cq hostals. Daar maar eens kijken. Bij de ene kom ik in gesprek met een Engelse meneer, terwijl zijn vrouw en zoons informeren bij het andere pension. Die blijkt goedkoper dus ik wandel met het Engelse gezin uit de buurt van Cambridge mee. Wachtend op een kamer kom ik met deze aardige mensen in gesprek.
De kamer is goed. Netjes, sober, maar schoon en groot. Met twee twijfelaars voor de prijs van een. Echt goed.
Afsluitend een verjaarsborrel met Zora.

Keep on climbing to end up down the valley

Woensdag 11 juli 2012
Door de heerlijk relaxte kamer en het fantastische bed wordt ik pas rond negen uur wakker. Veel te laat, want ik had grootse wandelplannen. Volgens de guide zijn er op deze etappe amper dorpen, laat staan steden te vinden. De eerste is Palo de Allande, goed 25 kilometer verderop. Dan maar daar naartoe. Ik had verder gewild.
Rond kwart over tien laat ik eerst het hotel en even later ook Tineo achter mij. Ik verwacht de doorgaande weg als wandelroute. Gelukkig vergis ik mij. Via boerenweggetjes en smalle bospaden is het een stuk leuker. De routelijn volgt de openbare weg, alleen hoger op de berg.
Kilometer na kilometer blijft de Camino omhoog gaan. Zo nu en dan is het mogelijk te herstellen als het pad naar beneden glooit. Dan weer omhoog. De hoogste bergpas voor mij is vandaag tenslotte op 800 meter. Het had hoger gekund, maar dan had ik voor de Camino Hospitalis moeten kiezen. Een stuk orgineel pelgrimspad dat klimt tot een hoogte van dik 1100 meter. Maar dan had ik in plaats van 25 km bijna 40 km moeten lopen. Voor zo'n afstand ben ik te laat vertrokken. Het gebied schijnt kaler dan kaal te zijn. Met op het eindpunt slechts twee Albergues dicht bij elkaar.
En ik wil vannacht niet in een Albergue waar ik rekening moet houden met iedereen. Niet dat het een big party zou moeten worden. Ik heb geen zin in gesnurk en gekuch en gestink om mij heen op deze avond, deze nacht. In Palo de Allande is een hotel.
Het is dan tenslotte mijn verjaardag.

De luxe-pelgrim

Dinsdag 10 juli 2012
Als ik voor de taberna sta waar de enige open wifi-verbinding is, word ik aangesproken door een oudere dorpsbewoner. Ik wilde nog snel een update posten en een kort bericht versturen. Alleen was deze man erg standvast en bleef maar vragen stellen.
Wij kwamen min of meer in gesprek en uiteindelijk kon ik ook antwoord geven. Op de vraag uit welk land ik kwam: "Pays?" Na mijn antwoord kwam het, eenzijdige, gesprek pas goed op gang. Deze meneer was een van de gastarbeiders die in de jaren 60/70 naar Nederland kwamen om oa in de textiel te werken. "Aku-terlenka", zei hij meerdere keren. Hij had in Ede en nog een plaats gewoond en gewerkt. Een, grote, Nederlandse vriendin gehad. Zijn vriend hield er zelfs hier en daar 2 huidhoudens op na. Het was duidelijk dat deze vriendelijke man met veel emotie terugdacht aan die tijd. Na een handenschudden nam ik afscheid van hem en Salas. Zonder update, zonder bericht, maar met een heel blij gevoel en een grote grijns op mijn gezicht.
Ook vandaag nam de wandeling slechts een kleine 21 km in beslag. Niet echt moeilijk; wel weer heel mooi. Ondanks de nieuwe autobaan in aanleg en de aanwezigheid van de onvermijdelijke N-634.
In Tineo kom ik via aanplakbiljetten terecht bij een fancy 4-sterrenhotel en spa. De eerste reklame zag ik al ver voor Salas. Het trok gelijk mijn aandacht. Vooral vanwege het speciale pelgrimaanbod. Daar had ik al eens geluk mee gehad.
Dat aanbod van dit hotel was niet af te slaan. Ik heb een prachtkamer, met balkon en een super badkamer. Ik kan ook nog eens gebruik maken van het spagedeelte: zwembad, stoombad en sauna. Massagebehandelingen behoren niet tot het aanbod, maar er is wel een speciaal perigrinopakket tegen gereduceerde prijs. Dat moest ik maar eens doen. Helemaal top!
En ik ben niet eens jarig.

How to stay possitive

Maandag 9 juli 2012
Het begin van de orginele blog was vrij pessimistisch. Ik kon niets bedenken, leek helemaal te blokkeren. Maar vanuit het pessimisme kwam toch weer tekst tevoorschijn. Op de Camino Primitivo word ik weer meer met mij zelf geconfronteerd. Heftige momenten soms, zelfs al voor het vertrek. Dat werkt dan weer door in de wandeling zelf. En wel zo dat ik vandaag voor het eerst sinds tijden onderweg een aanwijzer miste. Mijn hele systeem vertelde mij dat ik de fout in ging, toch liep ik door. Omdat ik naar rechts keek, zag ik links de aanwijzer niet. Voordeel was dat ik weer een goedgevulde pruimenboom vond met vele rijpe vruchten.
Na een goede nachtrust was het even slikken toen ik de weersomstandigheden zag. Maar slecht weer betekent geen slechte dag; regen gaat niet dieper dan de huid. Dus: geniet van de momenten.Op pad! Waar zijn de aanwijzers? Toch frappant dat ik bij aankomst in dorp of stad 's avonds geen enkele aanwijzer meer registreer en 's ochtends zo de weg terugvind. Zonder problemen zie ik dan de pijlen en de bordjes.
Voor ik werkelijk op weg ga, gun ik mij zelf een heerlijk apart ontbijt. Een café grande met een giga tompouce. Hele dikke vanillevulling met daar bovenop room lijkt het. Maar het smaakt bijna naar negerzoenenvulling. Machtig!!!
Dan nog een stempel voor de Credential scoren. Een particulier adres kan uiteraard geen officiële stempels leveren. Het toeristenbureau is gesloten, dus: Ayuntamiente (gemeentehuis). Maar waar is die? Uiteindelijk met lokale hulp gevonden. En zoals het overal bij ambtenaren te werk gaat: geduld.
Als de stempel geplaatst is kan ik eindelijk op pad naar Salas. Slechts 21 km verderop (volgens mijn guide niet meer dan 18 km). Onderweg kruis ik geregeld bouwplaatsen van de autobaan die aangelegd wordt. Omleiding hier, waarschuwing daar. Viaducten, bruggen over valleien in aanbouw. Prachtig om te zien. Al wordt uiteraard de natuur aangetast en zwaar belast. Die herstelt zich rondom echter heel snel. En de mens laat zien dat hij/zij tot veel in staat is. Ook in Spanje.
De Camino is niet moeilijk, niet zwaar. Het grote verschil met Frankrijk is dat het pad laag blijft. Waar het in het Franse zo hoog en zo moeilijk mogelijk werd, blijft het hier zo laag mogelijk. En dat is heel goed te verklaren. Als dit werkelijk de oorspronkelijke route is, dan stel daar op eens een hele hofhouding voor. Lopend, te paard; karren en koetsen; paarden, koeien, varkens, misschien zelfs pluimvee. En alles moet over al die heuvels. Die gingen echt niet onnodig de hoogte in.
Hét toppunt van deze dag was echter de hele korte ontmoeting met een pelgrim, onderweg met zijn ezel. Een Fransman, zij waren in Santiago geweest. En nu op de weg terug naar huis.
Zo is er iedere dag weer iets moois te vertellen.

Caballeros toen en nu

Zondag 8 juli 2012
Primitivo heeft eigenlijk niets te maken met de gesteldheid van de wegen of met slechte overnachtingsmogelijkheden. Het is in feite de eerste van alle Camino's naar Santiago de Compostela.
In 800 zoveel "ontdekte" de Galicische priester Pelayo het vermeende graf van de apostel Jakobus. Het gaat niet om Jacobus de Rechtvaardige (of broeder des Heeren), dit is Jakobus de meerdere of de oudere. Een van de eerste volgelingen van die bijzondere Leraar. Er is een hele legende hoe de beenderen van deze apostel in Santiago terechtgekomen zijn. Maar de priester heeft ze dus uiteindelijk ontdekt.
Na het DNA-onderzoek en het onomstotelijke bewijs dat het hier om de apostel ging, besloot Alfolpho II met zijn hele hofhouding op bezoek  te gaan. Deze koning van Asturia was dus in feite de eerste pelgrim: de pelgrimage naar Santiago was geboren.
De Primitivo houdt zo veel mogelijk vast aan de oorspronkelijke paden en wegen. Natuurlijk is dat niet consquent door te voeren. Ook zijn veel oude wegen nu doorgaande, geasfalteerde wegen. Toch zijn er nog genoeg paden die een orginele sfeer en een authentiek gevoel weergeven.
Eigenlijk is het wandelen van de ene naar de andere vallei. Voordeel in veel van deze valleien is de absolute rust die er heerst. Puur genieten van de natuur. Nadeel van het vallei-jumpen is dat er steeds een 'drempel' genomen moet worden. Hoewel ik daar vandaag weinig moeite mee had. Het gaat nog steeds niet echt de hoogte in.
Een ander mooi gegeven op de Primitivo is de informatie die her en der geleverd wordt. Ook al is die informatie summier. Bij oude bruggetjes, kerken en paden staan borden met de opmerking wanneer het object voot het eerst in de annalen genoemd werd. Bijvoorbeeld: de kerk werd voor het eerst genoemd in de 13e eeuw; deze brug werd hersteld in de 19e eeuw; reparatie in 19xx. Summier, maar informatief.
Bij een klein kapelletje even buiten Oviedo ontmoet ik Mercedes. Zij is geïnteresseerd in de pelgrimage en de Camino. Een leuk gesprek met een spontane leuke vrouw. Bij een oud kerkje met waterplaats een kort gesprek met een jonge man uit Parijs. Samen met zijn vriendin deze dag in Oviedo gestart. En nu al beenproblemen.
Ook loop ik rond in een cross-country voor horses and men (m/v). De eerste keer hoor ik galloperende paarden ergens in de vallei. De tweede keer zit ik zo in het verhaal van de pelgrimkoning dat ik denk dat ik zelfs de geluiden erbij fantaseer. Maar nee, ik zie op een tegenoverliggende helling paarden met berijders rennen. Later, op het pad waar ik een hoefijzer vind, tien tot twintig en misschien nog meer rijders en paarden. Met donder en geweld door het bos. De laatste keer is bij het eindpunt, de finish van de cross. Fantastisch al die trotse cowboys and girls en de paarden net zo trots en vier.
Als ik in Grado koffie drink op een terras, spreekt een oudere man mij aan: 'peligrino, waar vandaan? Waar heen?' Grado is het eindstation van de dag. Als ik vertel hier te willen overnachten in Albergue of goedkoop adres, laat hij weten een apartement te hebben op slechts 300 meter afstand. Ik word zelfs met de auto gebracht. Het apartement is sober, maar heel goed.
Waar hoefijzers al niet goed voor zijn.

zondag 8 juli 2012

Inner fight

Zaterdag 7 juli 2012

Op weg naar Oviedo. Nog een zo'n 29 kilometer voor de Primitivo werkelijk begint. Vandaag valt het qua klimmen en dalen nog erg mee. Maak ik me te veel zorgen om niets? De bergen in de verte maken mij duidelijk van niet.
Zoals het de meeste dagen het geval is, gaat de Camino ook nu vooral over verharde wegen. Gelukkig heel vaak over heel smalle verlaten wegen, maar soms ook via echt bizar drukke wegen. Zoals de N-634, die wij pelgrims blijven tegenkomen, waar het echt gevaarlijk is om te wandelen.
De wandeling van vandaag begint ook zo. Via de verbindingsweg tussen Vega en Pola de Siero. Normaal is deze weg vermoedelijk al rustig, zaterdagochtend om half acht helemaal. Juist als het wat drukker begint te worden, na 5 auto's, word ik naar een bospad geleid. Dat pad is erg mooi om te wandelen en gelukkig niet al te zwaar. Ik kom er zelfs wat vroege wandelaars tegen. En een extreem vroege, of extreem late jager. Of zou het een stroper zijn geweest? Hij leek mij in ieder geval geen jachtopziener. Maar men discusseert niet met iemand die een groot geweer bij zich draagt. Tenzij men misschien Clint Eastwood aka Dirty Harry heet.
De rust op dit pad en de stilte op de achterafwegen zorgen wel voor rust in mijn hoofd. Hoewel dat helaas maar tijdelijk is. Ik voel enorm veel weerstand tegen het opnieuw beklimmen en afdalen van de vele bergen.
Toch denk ik nog altijd de juiste keuze gemaakt te hebben. Dat dit de juiste route voor mij is. Vooral als in Pola de Siero een man mij heel enthousiast tot 3 keer toe duidelijk maakt dat dit helemaal top is. Ook al was die man vanmorgen om half elf al zwaar in de olie.
De rest van de route naar Oviedo is hoofdzakelijk de Flecha's volgen. En ik ben scherp als een scheermes. Ik zie alles. De weg leidt nog via een soort zigeunerkampje en later via wat middeleeuwse paadjes en bruggen. Onderweg zie ik nog een pruimenboom met heel veel vruchten. Rijpe vruchten, prachtig rood van kleur. Plukken en eten dus. In Colloto kom ik vervolgens een man tegen met een grote zak gevuld met hetzelfde fruit. Ik móet wat aannemen van hem. Als ik bescheiden 2 pak, kijkt de man mij beledigd aan. Meer! Hand vol dus. Gracias en Buenas!
In Oviedo zijn acuut de pijlen verdwenen. Heb ik er een gemist? Nee, ze zijn er gewoonweg niet. Ik vind het in eerste instantie geen fijne stad. Hoewel ik vrolijk grijnzend mensen begroet, krijg ik amper een reactie. Rondom de kathedraal krijg ik regelrecht de kriebels. En toch zijn er ook rustige en mooie plekken.
Het past goed bij de rest van het innerlijke gevecht.

Primitivo or not primitivo

Vrijdag 6 juli 2012

Vreemd hoe het klikt met de ene pelgrim en met een ander niet of nauwelijks. Vreemd en bijzonder tegelijk. Vanmorgen sprak ik met 2 jonge Duitse vrouwen tijdens hun lunchpauze. Hoewel er best veel informatie werd uitgewisseld, voelde ik absoluut geen contact. Later trof ik drie Duitse vrouwen tijdens twee verschillende gelegenheden en klikte het meteen. Kletsten we vanaf het begin voluit.
De drie dames waren onderweg naar het Monestario San Salvador de Valdedios. Zijj wilden daar in de Albergue overnachten. Een van de drie voelde zich wat ziek, had moeite om bij te blijven. Aangekomen bij het klooster namen we afscheid. Om elkaar een aantal uren later in La Vega de Sariego weer tegen het lijf te lopen. Dat is een kleine 8 kilometer en een gemene klim verder. De 'zwakkere' dame was echt ziek geworden en zij hadden een aardige man getroffen die hen naar Vega bracht.
Ook in Vega was het contact heel leuk. Zelfs zo prettig dat ik besloot om niet verder te wandelen naar de volgende plaats, maar bij hen in de Albergue te overnachten.
Ik bevind me op de aanloop naar de Camino Primitivo. Volgens mijn guide begint de Primitivo officieel pas in cq na Oviedo. Maar het wandelen wordt nu alweer 'leuk'. Heuvels worden weer bergen. Met na het klooster direct eentje met een best extreme klim en heftige stijgingen. Gelukkig is dat de enige echt moeilijke van vandaag.
Gedurende de hele etappe ben ik aan het twijfelen of ik er goed aan doe de Camino Primitivo te nemen. Het gevoel is nu al weer zo duidelijk anders dan aan de kust. Nu al goed voelbaar. Maar anders is niet slechter. En ik kan nog altijd weer van richting en gedachte veranderen.
De route is ook deze dag weer mooi. Het blijft toch ook iedere keer een belevenis berg na berg te overwinnen. Hoe zwaar de klim, hoe heftig de stijging ook is. Het gevoel wordt groots als de afdaling weer ingezet kan worden. Daarnaast is de natuur ook hier zo mooi. Zo groen! De warmte van de zon en de contrasterende kleuren van de huizen hier in Asturia doen de rest.
De aanmelding voor de Albergue van Vega geschiedt in de Taberna er tegenover. Daar kom ik in gesprek met Marian, een Slowaakse pelgrim. Onder het genot van een getapt koud pilsje is er ook direct een klik met deze jonge man. We hebben en geanimeerd gesprek over religie, het Vaticaan en de Katharen; met hun vele raakvlakken.
De Slowaak maakt zich zorgen over zijn vriend die nog onderweg is. Naar het schijnt met behoorlijk kapotte voetzolen. En niet bereikbaar via zijn mobiele telefoon. Pas een uur later zien de drie Duitse vrouwen en ik vanaf het balkon van de Albergue toe hoe deze kanjer het dorp binnenstrompelt. Onder luide aanmoedigingen legt hij de laatste meters zuchtend en kreunend af.
Iedereen is binnen. Eind goed, al goed.

vrijdag 6 juli 2012

Swimming with dinodaurs

Donderdag 5 juli 2012

De laatste kans om op het strand te zijn, tot Finisterre. En dus ben ik al voor 6 uur bij de zee om de zon te zien opkomen. Er zijn wolken, geen volledig strakke blauwe lucht. Maar met de maan erbij is het gewoon fantastisch om te ervaren.
Naderhand nog even een poosje liggen. Ik wil niet vroeg starten; ik hoef niet vroeg te starten. Mijn Franse, zo nu en dan reisgenote wil en doet dat wel. Zora veranderde weer in Alice, om opnieuw down the rabbithole te gaan. Eens te meer naar Wonderland?
Rond 10 uur vertrek ik met een slakkegang. Hoewel dit voor mij nog altijd aan de vroege kant is. Vanochtend vroeg heb ik een andere route richting Colunga ontdekt. Deze gaat langs de kust, de Camino meer door het binnenland. Het is wel in dezelfde richting. maar deze route heeft als naam: de mysterieën van de zee. Dat pad wil ik volgen. En het blijkt de moeite meer dan waard. Vlak langs de kust. Zicht op alle ruwe kracht van de zee. De ruigheid van de rotskust. De gelaagdheid van het gesteente. Het is eb, dus alle rotsen zijn heel ver zichtbaar.
Als ook dit pad naar het binnenland afbuigt, neem ik opnieuw een ander pad. Ik blijf bij de kustlijn. Via een heel zware stijging en moeilijke afdaling, kom ik op een prachtig strand terecht. Het is heel diep en er stroomt water via allerlei geulen terug naar zee. En de branding gaat woest te keer. Later lees ik op grote plakkaten dat dit ooit drinkplaats voor dinosautiërs is geweest.
Helaas zijn er wat mensen op het strand en belangrijker nog: er is ook een strandwacht. Dus toch maar iets gekleed te water. Als ik aanstalten maak om naar het water te lopen, gebaar ik een jonge vrouw verderop hetzelfde te doen. Zij schudt van nee. Ik wel! Met volle overgave ren ik de zee tegemoet. Duik in de golven en heb de grootste lol. Al die tijd blijft de jongedame, pootje badend, wel staan kijken.
Wanneer ik uit zee kom, loopt zij net langs. In het voorbijgaan zeg ik dat zij het toch had moeten proberen. Slechts enkele minuten later zijn wij al in een heel leuk geanimeerd gesprek verwikkelt als blijkt dat zij uit Duitsland komt. Conny is een 26-jarige vrouw uit München. Zij is zojuist afgestudeerd en kampeert langs deze mooie kust. Samen met haar vriendin uit Bilbao viert zij een weekje vakantie.
De jonge Duitse is zeer geïnteresseerd in het pelgrimeren. Vanuit dat startpunt switchen we van het ene naar het andere onderwerp. Al met al staan we zo misschien wel 2 uur lang te kletsen. Terwijl het wassende water een steeds grotere bedreiging vormt voor mijn rugzak en kleding. Keer op keer verplaats ik mijn spullen naar drogere, hogere oorden. Ten langen leste nemen we dan toch afscheid. Ik zal toch ook nog wat kilometers moeten maken vandaag.
In Colunga kom ik langs het toeristenbureau. Ik zie dat zij een computer beschikbaar hebben en hoop daar toch de voorraad foto's te kunnen uploaden. Ook dat neemt veel tijd in beslag, zonder gewenst resultaat. Als het echter stevig begint te regenen, ben ik blij dat ik binnen zit en onderneem nog maar een poging.
Ik besluit uiteindelijk om tot Sebrayo of iets verder te wandelen. Net buiten Colunga passeer ik een Rus, een Pakistaanse en een Slowaak. Zij gaan erg langzaam dus loop ik door. Om iets verderop een oude bekende uit het Monestario de Zenarruza tegen te komen. Het is de Koreaanse met de prachtige naam: 'Heel Veel Bloemen'. Wij wandelen samen naar de Albergue in Sobayo. Ik vraag veel en zij legt heel veel uit over de gebruiken in Korea. Een heel leuke plezierige wandeltocht.
Het bloemenmresje besluit in de Albergue te overnachten. Het is er mij veel te vol en dus wandel ik nog een paar kilometer verder, naar Villaviciosa.

donderdag 5 juli 2012

De pijn verbijten

Woensdag 4 juli 2012

Waarheen zal het Pad en de Camino vandaag leiden? Iedere dag nieuwe indrukken, nieuwe ervaringen. Soms fantastisch en groots; dan weer eenvoudig, maar minstens zo diep.Voor mij is het eerst zaak om tot Ribedasella te geraken. Kijken of de rechter knie in ieder geval tot daar wil meewerken. Of zelfs verbeteren. Wie weet?
Het is een mooie wandeling. Door een glooiend landschap met bossen, weidegronden, vergezichten en diep ingesleten, verzonken paden. Soms niet meer dan een karrespoor op een koeiepad dwars door een weiland. Om dan uit te komen bij een kerk op een heuvel. Aan de linkerzijde van mij steeds reuzen van bergen. Waar ik gelukkig niet overheen hoef. In de loop van de dag verdwijnen zij goed als helemaal in de laaghangende bewolking. Aan mijn rechterzijde weet ik de zee, al kan ik haar de eerste kilometers in ieder geval nog niet zien. Mijn hart maakt een sprong van vreugde als dat eindelijk wel het geval is. Het blijft een fantastisch gezicht, dat zicht op het oneindige.
Steeds als ik een stad of grotere plaats nader word ik vrolijker heb ik gemerkt. Ben ik blij omdat ik dat punt bereikt heb? Om weer onder de mensen te zijn? In Ribedasella is dat niet anders. Blij, met een grijns op mijn gezicht, wandel ik door de winkelstraten. Waar het ook nog eens markt is. Mensen kijken, stoten elkaar aan. Mompelen iets over mijn wandelstaf. Ik groet, lach en ben vrolijk.
Bij het toeristenbureau vraag ik om folders over de Camino en een computer met vrije internettoegang. Die is er in de bibliotheca. Ik wil de geheugenkaart van mijn fototoestel leegmaken door bestanden te uploaden. Dus wandel ik naar de bibliotheek.Als ik daar binnenwil, werkt de toegangsdeur heftig tegen. De wandelstaf knalt tegen de deur en direct daarna vol op mijn neus. De klap is zo heftig, dat ik bijna onderuit ga. Er komt wat bloed uit een kleine verwonding; de pijn is onbeschrijflijk. Ik voel hoofdpijn opkomen en ik blijf een tijdje wat duizelig. Het vervelende bij dit alles is dat slechts een half uurtje mag computeren. Officieel mogen er ook nog eens geen bestanden geupload worden. Ik doe dat toch, maar foto voor foto. Dat schiet niet op natuurlijk.
Na al dit gedoe is het tijd om te lunchen. Ik zoek een leuk terrasje en bestel koffie. En ik eet een ensalata mixta. Dat vult goed: ik kan er weer een tijdje tegen.
Eenmaal weer op weg, blijft de rechterknie pijn doen. Vooral bergafwaarts is de indringende pijn soms niet te harden. Hierdoor ga ik dusdanig aangepast lopen, dat de rechterkuit gaat verkrampen. Ook begint het gebied boven de linkerenkel weer op te spelen. Toch blijf ik doorlopen.
In Vega wil ik eigenlijk wel stoppen, maar een kamer in het hotel kost € 60,00 en de hostal wil mij niet. Of is vol dat kan ook. Een vrouw vertelt mij dat er wel plaats is een tent op een camping dichtbij. Daar heb ik weinig trek in. Dus loop ik door naar la Isla. Nog eens 10 km, maar vis een fantastische route. Bijna in zijn geheel vlak langs de kust, dicht bij de zee. Zelfs nog een paar kilometer over de Caminreal (koninklijk pad). In la Isla stop ik bij het eerste het beste hotel: Monte y Mar. Berg en zee.
Hoe toepasselijk.

woensdag 4 juli 2012

Dragons and a bad knee

Dinsdag 3 juli 2012

Het is niet eenvoudig om na de ervaringen van maandag een nieuwe blog te schrijven. De motivatie ontbreekt en veel inspiratie was er ook niet vandaag.
Na een goede nachtrust nam ik alle tijd om op te breken. Zora wilde wel vroeg op pad. Zij is moe en wil alle tijd hebben om toch het einddoel van de dag te bereiken. Dat is Ribadesella en ligt 30 km verderop. Door allerlei getreuzel vertrekt de jonge vrouw niet echt veel eerder, maar we willen allebei alleen zijn vandaag. Later, in Llanes zien we elkaar nog kort bij de supermercado. Dan klinkt het: 'Adios, tot morgen? Of daarna!'
Als ik klaar ben met inkopen, neem ik uitgebreid de tijd om de blog van maandag te schrijven. Gisteravond was het te laat en was ik te moe. De kelner van de kroeg waar ik zit is verschrikkelijk arrogant en afstandelijk. Hij wil mij eigenlijk wel wegjagen van zijn fancy en posh terras. Na twee koppen thee en het beëindigen van de blog gun ik hem dat plezier. Ik verkas naar het cafeetje waar ik gisteravond vrij wifi ontdekte. Om daar mijn verhaal in het Chinese tokkelapparaat te tikken en op internet te zetten. De kroeg opent als ik goed en wel mijn spullen uit de rugzak bij elkaar gezocht heb.
Aangezien het een vrij lange blog is, duurt het behoorlijk lang voor het verhaal getypt en geupload is. Het duurt in ieder geval 3 koppen koffie. En lang genoeg om Christina, de verkoopster van de winkel er naast, te doen geloven dat ik schrijver ben. Zij vraagt of zij een foto mag maken en wil na mijn uitleg ook graag het adres van de blog.
Dan, rond 13 uur eindelijk op pad. Ik voel me waanzinnig goed. Alleen heeft mijn rechterknie na bijna 7 weken besloten om op te geven. Veel pijn op het bot van het onderbeen aan de mediale (binnenzijde) van de knie. Het lopen wordt er enorm door bemoeilijkt. Dus ik móet wel rustig aandoen.
De weg is soms mooi, soms verschrikkelijk als er weer via een razende verkeersweg gewandeld moet worden. Ik kom aan meerdere stranden voorbij, maar vind nergens de uitdaging om de zee op te zoeken.
Na een fiks aantal kilometers vind ik in een speciaal voor dit doel gemaakte maquette, reclame voor een hotel in Nueve de Llanes. Heel luxe, met jaccuzi en stoombad. En een speciale aanbieding voor pelgrims. Ik weet direct dat ik daar wil stoppen. Ook al is het 10 km voor het einddoel.
Als ik voor het hotel sta, hoef ik niet langer na te denken. Ik ben verkocht.
www.lunadelvalle.com

dinsdag 3 juli 2012

Leegte en woeste oerkrachten

Een bijzondere vreemde dag deze eerste maandag in juli. De gesprekken tussen Zora en mij gaan steeds vaker over Energie, haar interesse en mijn ervaringen daarmee. Ook vandaag is dat het geval. Al vroeg, voor het 'ontbijt' begint Zora vragen te stellen. Ik besluit om in plaats van te vertellen, haar te laten ervaren. En geef haar een korte energiebehandeling. Daarbij geef ik haar de opdracht deze ervaring later op de dag in rust en stilte te laten bezinken. De behandeling maakt haar rustig en na aanvullende informatie van mij, laten we het hierbij.
Dan is het tijd voor het ontbijt. Het pension heeft ook een cafê en daar bestellen we thee. Daarbij eten we dan ons uitgedroogde overgebleven brood van de dag er voor. De Française voegt aan bijna al haar eten honing toe. Of het nu rijstepap, gepureerd fruit, of brood met tonijn dan wel kaas is: er wordt honing toegevoegd. Ik heb nog plakjes kaas en een bakje marmelade. Het vult!
Om mijn 'leerlinge' de ruimte te geven haar ervaringen te verwerken, gaan wij gescheiden op weg. Zora vertrekt een half uur eerder dan ik. Bij mijn vertrek uit het dorp zie ik de grootte er van. Vier huizen, een ruïne van een kerk, twee hotels, en pension en een koeiestal. Met de N-634 als belangrijke doorgaande weg. Het eerste stuk gaat via deze drukke weg. Waar auto's, bussen, vrachtwagens en motoren razen als gekken. Niet echt prettig of veilig dus. Gelukkig is er al vrij snel een afslag naar een grindpad. Deze leidt vlug weg van het verkeer naar de rust van de natuur. Naar de bossen en riviertjes. En het gaat weer wat omhoog.
Bij een riviertje gooi ik mijn rugzak af en gun mij zelf de tijd om de energiebehandeling van vanmorgen te verwerken. Ik laat de geluiden van het riviertje en de zingende vogels op mij inwerken. In mum van tijd heerst in mij, net als om mij heen, volledige rust. Voor de eerste keer ervaar ik totale leegte in mij. Geen gevoelens, geen gedachten, geen indrukken: leeg! Stil! Vrede! Dat is slechts een moment, maar het zal deze dag lange tijd bij mij blijven.
Als ik weer verder wandel, hebben mijn ogen moeite met helder worden lijkt het. Zijn de kleuren in de natuur ook veranderd? Ik moet mij zelf een paar keer toespreken om weer scherp te worden. Zeker als we weer via de N-634 moeten wandelen. En ik ben weer scherp. Zie iedere route-aanwijzing. Het lawaai en de drukte staan me echter steeds meer tegen. Als ik dan ook nog een prachtige gele vlinder in het verkeer zie sneuvelen, is de maat vol. Ik neem het eerste het beste zandpad dat richting de kust leidt. Zie wel waar ik uitkom.
Boven, op een verhoging zie ik in de verte een bekende rugzak. Blijkbaar had nog iemand het zelfde idee. De grote rode rugzak van Zora is vanaf grote afstand te herkennen. Als zij mij ziet begint ze druk te zwaaien. We hebben de meest waanzinnige plek langs deze kust ontdekt. Het is ruw, ruig en woest. De zee beukt dag in dag uit op deze rotsen. En dat is te zien. De sporen zijn duidelijk zichtbaar. Grotten, 'ondergrondse' doorgangen, diepe gaten waar weer water omhoogkomt. Wonder der natuur.
De jonge Française wil hier mediteren. De volmaakte keus. Ik laat haar daarbij alleen. Ik wil naar beneden. Zo dicht mogelijk bij het water. Ik wil die woeste kracht ervaren. Op ontdekkingsreis naar rotsen en de zee. Als het kleine jongetje dat ooit op verkenning ging door weilanden, sloten en stegen. Het is puur genieten.
Al met al blijven we misschien wel anderhalf uur op deze magische plek. Ook al zijn we er samen, we laten elkaar zo veel mogelijk met rust. We eten tenslotte nog wat. Delen daarbij slechts summier onze ervaringen van deze ochtend.
Net als eerder vertrekt Zora als eerste. Wij willen beiden zo dicht mogelijk bij de kust en zo ver mogelijk van de drukke N-634 blijven. In het eerste stuk ontdek ik nog meer prachtige plekken. Ik maak zo veel foto's dat de geheugenkaart van het fototoestel vol raakt. Maar ik heb ook nog mijn mobiel. Hahaha! Als mijn pad een zandpad kruist, besluit ik daarop verder te wandelen. Het blijkt het rood/witte lange afstandpad de E-9 te zijn. En ook de Camino wordt via dit pad geleid. I am back on track. Dit pad loopt helemaal door naar Llanes, het eindpunt van deze etappe.
Na enkele kilometers kom ik in een dorpje terecht. Gelukkig, want mijn water is bijna op. Bij de watertap zie ik Zora terug. Zij zit bij een cafeetje thee te drinken. De jonge vrouw is druk aan het schrijven. Haar ervaringen te verwoorden. Tijdens onze pauze daar, maken we nog kennis met een paar andere pelgrims. Frankie, een Fransman en Eddy uit Engeland. Zij zijn in ieder geval vandaag samen op de Camino. Er stopt nog een pelgrim, maar deze zoekt geen contact. De twee landgenoten hebben het duidelijk naar hun zin. ze papperlapappen er luidruchtig op los. De Engelsman en ik zitten er wat gelaten bij. Verstaan er helemaal niets van.
Het wordt tijd voor het laatste stuk naar Llanes. Dat is nog 12 km wordt ons verteld. En we zijn niet vooruit te branden. Zora heeft het nog moeilijker dan ik. Blijft geregeld ver achter. Tijdens zo'n moment ontdek ik een kiezelstrandje. De golven beuken woest op het strand en keien en stenen rollen heen en weer onder dat geweld. Het zijn fantastische geluiden: het geruis en donderen van het water, het 'rinkelen' van de stenen. Ik móet erin. Kleed mij uit en moet heel omzichtig lopen over de keien. Maar ik kom er en word bijna direct ondersteboven gesmeten door de kracht van het water. Maar t jochie heeft de grootste lol.
Nog één keer pauze. Ik wacht opnieuw op mijn reisgenoot. Eet wat chips daarbij. Er is ook nog droog brood, maar daar heb ik weinig zin in. Als Zora arriveert, probeert zij een nieuwe broodvariatie: brood, chips mét honing. En het smaakt ook nog.
Vlak voor Llanes kiezen we voor het wandelpad van de E-9 in plaats van de verharde weg omlaag naar de stad. Een misvatting blijkt al snel. Het pad kronkelt langs de heuvels en lijkt weer weg te leiden van ons einddoel. Het frustreert mij behoorlijk dit onnodige gedraai. Zora gooit olie op het vuur door te jennen en te pesten. Wat doen? Verder lopen, terug, of . . . ? Goede raad is niet te vinden, dus besluiten we ons eigen pad naar beneden te maken. Langs de steile helling omlaag. Niet zonder risico's, maar spannend. Vol verraderlijke stekelbossen, kuilen, gaten, stenen en door de hoge varens ook nog onoverzichtelijk. Ik sla mij zelf nog een keer heel hard met de batton tegen beide knieën, wat Zora in lachen laat uitbarsten. Daarbij verliest zij bijna de controle en kan maar net staande blijven. We komen uit in Cue een dorpje net voor Llanes. Wandelen door de smalle straatjes en komen uit bij een restaurant. We hebben dorst en we willen drinken. Groot, en koud: heerlijk!
Tegenover het restaurant een pension.

Hospitality for the Fellowship

Zondag 1 juli 2012
Eigenlijk heb ik best goed geslapen. Oordopjes zijn toch een uitkomst. Zeker als de houtzagerij op een andere kamer én op een andere etage ligt. Eén keer schrik ik wakker en kom direct overeind. Om meteen terug te vallen, aangezien ik geweldig mijn kop stoot aan het bed boven mij. Nadeel van meerdere mensen op een kamer: vroeg wakker worden van al het geroezemoes. Voordeel is echter het lekker vroeg op weg zijn. En zo ben ik om half acht al weer op de Camino. Richting Colombres, ongeveer 29 km verderop.
Als ik Comillas uitwandel, krijg ik zicht op de route voor mij. Een soort deja vu met St Jean Pied de Port. Hoge bergen! Zie ik daar zelfs sneeuw op de toppen? Maar ook al is dat zo, het is een zorg van later. Nu loop ik nog op een goede ondergrond op een redelijke vlakke weg.
Wanneer ik na een paar kilometer een panoramafoto van de zee en de bergen heb gemaakt, komt Hanna aanlopen. Zij is voor mij vertrokken uit de Albergue, maar heeft ergens een 'verkeerde' afslag genomen. Dus lopen wij weer een tijdje samen. Nadat we tussen de hole's van een prachtige golfbaan (San Marina) zijn doorgelopen, nemen we weer afscheid. Hanna heeft last van haar knie en neemt een pauze. Ik loop verder.
Vlak voor San Vicente zie ik in de verte de verleidelijke golven en branding van een prachtig verlaten strand. Zal ik de omweg maken? Het is nog heel vroeg, behoorlijk fris en ik laat de kans voorbij gaan. In San Vicente staat, hoog op een heuvel, een heel oude Romaanse kerk. In de hoop dat de deur deze keer niet op slot zit, loop ik er naar toe. Het is niet afgesloten, er wordt wel entree gevraagd. Behalve voor pelgrims: die mogen gratis naar binnen. Het is een mooie kerk. Ik gun mij de tijd om er een poosje te verblijven.
Dan is het tijd voor koffie. Ik zoek het cafeetje op dat ik op weg naar de kerk al gespot heb. Daar tref ik de groep Spanjaarden uit de Albergue weer. Verder dan 'Olla' komen we niet: een te grote barrière. Tijdens mijn tweede bakkie leut zie ik ineens Zora voorbij lopen. Ik zwaai, zij reageert en vanaf dat moment blijven we in deze etappe samen. Soms lopen we gelijk op, soms loop ik iets voor. Maar op een zeker moment zijn we beiden toe aan eten en drinken. In een heel klein gehucht vinden we een bizar klein cafeetje. Wij zoeken een plekje buiten in de zon. Als we ons amper geïnstalleerd hebben, komt een buurman ons begroeten. Even later komt hij aanlopen met een bord met daarop gegrilde worst en brood. Niet veel later brengt hij ook nog eens gegrilde scampi's. Vertelt hoe die gegeten moeten worden en geniet van onze complimenten. Weer wat later worden we getrakteerd op geitenkaas door een andere dorpsbewoner. Waanzinnig!
Het wordt tijd om de laatste kilometers naar Colombres af te leggen. Op naar de Albergue aldaar. Tegenvaller: completo! In het volgende dorp echter, Noriega (?), schijnt een pension te zijn. Dan daar maar naartoe. Voor € 12,00 p.p overnachten aan de doorgaande N-634. Aan de overzijde hotels.
Het lijkt Amerika wel.