donderdag 24 mei 2012

What goes up must come down again.

Woensdag 23 mei 2012

Iedere dag begint met dezelfde vraag: wat zal zij mij vandaag weer brengen?  Tot hoe ver zal ik kunnen komen? Wat kom ik tegen? Waar zal ik slapen?
Maar laat ik bij het begin beginnen. 's Morgens eerst de normale routine. Opstaan, eerste dingen al weer uitzoeken. Veel drinken, ontbijten. Dan nog weer zaken opzoeken en douchen. De hele mikmak weer georganiseerd inpakken en een laatste blik. Dan weg.
Carcassonne is een grote stad, dus vaak de hulp van Nokia navi ingeschakeld. Ik wordt hier handiger in, want in no time ben ik de stad uit. Grootste minpunt zal vandaag het verkeer zijn.Het lijkt alsof de duivel me op mijn hielen zit. Ik stap heuvel op, heuvel af. In een hoog tempo. Het is weer het oude liedje: afstand willen afleggen.
Tot St. Honaire gebeurt er weinig. Veel verkeer dat langs mij raast. In mijn hoofd is het net zo druk. Van de omgeving neem ik weinig op. Alleen het zo nu en dan bulderde geluid van de rivier de Aude. Ik volg haar oever geregeld vandaag, alleen is het een drukke weg en geen wandelpad.
In St. Honaire staat een mooie oude abdij. Daar binnen geweest. In de kerk klonk kerkmuziek van een mannenkoor. Via tape, maar toch sfeervol. Ik gun me te weinig tijd om te luisteren. Ik moet door, kilometers maken. Even overleg ik nog hier een B&B te boeken. Maar: te duur.
Ik lees op de borden de afstanden tussen de dorpen. 1 km, 3 km, 5 km. Er gebeurt ondertussen weinig. Wel is er veel minder verkeer, siësta-tijd. Een van de hoogtepunten is het terug zwaaien van een wijnboer naar mij. De man stond zo naar mij te kijken dat ik maar de hand opstak. Wat de man dus beantwoordde. Het andere moment is een auto die met veel moeite door de bocht komt. Waarbij de jonge coureur nog meer zijn best moet doen om eerst mij en dan een tegenligger te ontwijken. De oudere chauffeur van de tegenligger, zijn vrouw en ik zijn het eens in ons gebaar: knettergek!
Na een korte stop in het volgende dorpje ga ik het rustige achterland in. Smal weggetje, weinig verkeer. Het gaat alleen maar omhoog en voor mij doemt een best hoge berg op. 648 meter hoog zie ik op de kaart. Ik hoop toch dat ik daar niet overheen hoef.
In Arce, het laatste kleine dorpje nog een BB. Zal ik hier? Nee, verder. Ik wil eigenlijk tot Alet les Bains dan nog een stukje met de bus tot vlakbij Rennes le Chateau. Mijn reisdoel van morgen.
In Arce, het laatste kleine dorpje nog een BB. Zal ik hier? Nee, verder. Ik wil eigenlijk tot Alet les Bains dan nog een stukje met de bus tot vlakbij Rennes le Chateau. Mijn reisdoel van morgen.
Dan houdt het asfalt op en wordt het een 'zand'pad. Ik had me voorgenomen niet nog eens zo maar een wandelpad op te gaan. Maar werkmannen aldaar bevestigen mijn vraag: 'Qui, Alet c'est derrière'. Begeleid door een zwaai met de arm.
Op kaart leek de afstand tussen mijn laatste rustpunt en Alet les Bains een kleine 5 km, waarvan al zeker 2,5 km afgelegd waren. Dus hoe erg kon het nog worden.
Heel erg! Al snel verandert het redelijk begaanbare pad in een moeilijk te nemen klauterpartij. Ik ben gek, maar ga toch door. Terug is geen optie. Op de kaart was het vanaf Arce éen grote bocht, éen haakse bocht en dan toutes des joures, recht toe recht aan, immer gerade aus naar Alet. Lou Loene! Honderd duizend bochten en het bleef maar stijgen. Soms zo steil dat ik bijna met mn neus de grond raakte. Ik ben letterlijk over de top van die berg gekomen.
En dan eindelijk het afvlakken. Na een paar keer vals alarm nu echt weer naar beneden. Opgelucht, dat ben ik. Zo kom ik misschien toch een beetje op tijd in het dal. Maar waar is dat dal? Ik zie helemaal niets. Rondom in de bomen.
Dan eindelijk een opening, maar ook een splitsing. Staat niet op de kaart! (geen lingo!) Logische keus: rechts naar beneden, niet links omhoog.
Het pad wordt een paadje, bijna totaal overwoekerd. Opeens een afzetting. Ja FUCK! Ik móet hierdoor. Het glijdt en glibbert en splitst zich. Ik kies voor de best lijkende optie. Fout! Terug, andere pad. Die wordt iets beter na verloop van tijd. Het pad bliift onoverzichtelijk. Ik weet dat ik naar links moet; het pad blijft maar rechtdoor gaan. Het is nu vloeken en tieren. De moed zakt in mijn schoenen.
Weer een opening: ik zie een dorp. Waarschijnlijk het goede. Dan gaat het steeds sneller en steiler naar beneden. Ik ren soms downhill. Best gevaarlijk met mijn vermoeidheid. Zo nu en dan grijp ik een stam om af te remmen.
Dan: asfalt! Ik heb het gehaald. Nu nog een busstation. Of toch hier overnachten. Ik spreek een jonge man aan. In zijn beste Engels legt hij uit waar ik misschien informatie kan krijgen.Ondanks de vermoeidheid valt mij de schoonheid van deze Cité Médiévale op. Net het dorp uit Belle en het beest. Ik sta zo maar bij een BB, erachter een kleine camping. Ik kies toch voor een comfortabel bed.
Het huisnummer van de BB? 14.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten